ECLI:NL:RBROT:2015:8128

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2015
Publicatiedatum
10 november 2015
Zaaknummer
487233
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 oktober 2015 een beschikking gegeven met betrekking tot de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders, waarbij [de minderjarige] bij de vader woont. Op 8 oktober 2015 is de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd tot haar meerderjarigheid op 14 september 2016. De Gecertificeerde Instelling (GI), William Schrikker Jeugdbescherming, heeft met spoed verzocht om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders, omdat er onmiddellijk en ernstig gevaar voor haar welzijn dreigde. De kinderrechter heeft in het verzoek van de GI aanleiding gezien om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van vier weken te verlenen, in afwachting van een zitting waar de GI en de belanghebbenden hun mening kunnen geven.

De kinderrechter heeft opgemerkt dat de verzochte machtiging niet kan worden gebruikt voor een besloten of gesloten plaatsing, aangezien het niet duidelijk is of de locatie Schakenbosch ook open plaatsen kent. Tevens heeft de kinderrechter ambtshalve een bijzondere curator benoemd, mr. R.H.P. Feiner, om de minderjarige bij te staan en te vertegenwoordigen in deze procedure. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep door belanghebbenden. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uithuisplaatsing onmiddellijk kan ingaan, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die worden aangewend.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/487233 / JE RK 15-3234
datum uitspraak: 20 oktober 2015

beschikking spoeduithuisplaatsing

in de zaak van

William Schrikker Jeugdbescherming,hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),
gevestigd te Amsterdam Zuidoost.
betreffende

[Naam van de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [roepnaam] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[Naam vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te [Naam vader] ,

[Naam moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende op een bij de GI bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
- het mondelinge verzoek van de GI van 20 oktober 2015, gevolgd door het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen bij de griffie op 21 oktober 2015.

De feitenHet ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.

[de minderjarige] woont bij de vader.
Bij beslissing van 8 oktober 2015 is de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd tot haar meerderjarigheid, te weten 14 september 2016.

Het verzoek

De GI heeft verzocht met spoed [de minderjarige] uit huis te plaatsen voor de duur van de ondertoezichtstelling in een accommodatie jeugdhulpaanbieder.

De beoordeling

Uit het verzoek blijkt dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat [de minderjarige] met spoed uit huis wordt geplaatst. Het verhoor van de belanghebbenden kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [de minderjarige] .
De GI en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde zitting.
In afwachting van deze zitting zal de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van vier weken worden verleend. Verdere beslissingen op het verzoekschrift zal de kinderrechter pas nemen nadat de zitting heeft plaatsgevonden.
Uit het verzoek heeft de kinderrechter begrepen dat het de bedoeling is dat [de minderjarige] op Schakenbosch wordt geplaatst. De kinderrechter weet niet beter dan dat Schakenbosch alleen besloten en gesloten groepen kent, maar mogelijk biedt Schakenbosch tegenwoordig ook open plaatsen. Het voert thans echter te ver om in het kader van deze spoedprocedure daarnaar nader onderzoek te doen. De verzochte machtiging kan naar het oordeel van de kinderrechter niet worden gebruikt voor een besloten of een gesloten plaatsing.
De kinderrechter ziet in voornoemde omstandigheden van het geval aanleiding ambtshalve een bijzondere curator te benoemden met als opdracht in het kader van de onderhavige procedure alles te doen wat hem gerade voorkomt, waaronder het voeren van procedures en het bijstaan van de minderjarige ter zitting op na te noemen datum.
De kinderrechter benoemt mr. R.H.P. Feiner, advocaat te Rotterdam, die zich daartoe mondeling bereid heeft verklaard.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder,
met ingang van 20 oktober 2015, voor de duur van vier weken en houdt de beslissing voor het overige aan;
verklaart de beslissing tot uithuisplaatsing uitvoerbaar bij voorraad;
benoemt tot bijzondere curator teneinde de minderjarige bij te staan en te vertegenwoordigen:
mr. R.H.P. Feiner, kantoorhoudende aan de Crooswijksesingel 34, 3034 CJ Rotterdam (griffievakje nummer 6),
bepaalt dat de bijzondere curator uiterlijk vier weken voor afloop van de ondertoezichtstelling schriftelijk verslag doet van zijn bevindingen;
bepaalt dat de GI, de bijzondere curator en de overige belanghebbenden zullen worden gehoord ter zitting van
30 oktober 2015 om 11:30 uur, welke zitting wordt gehouden in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100-125.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van L. Troost als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2015.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.