Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 juni 2014, met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident van onbevoegdheid;
- de producties 6 t/m 9 van [gedaagde];
- de pleitnota van [gedaagde] en hetgeen door partijen bij pleidooi van 15 december 2014 naar voren is gebracht.
2.Het geschil in de hoofdzaak
3.De beoordeling in het incident
4.De beoordeling in het incident
- de uitdrukkelijk in het bestek van toepassing verklaarde Stabu Standaard 2007 op hun beurt expliciet verwijzen naar de UAV 1989,
- dat reeds uit het bestek zelf kan worden afgeleid dat ook de UAV 1989 op de overeenkomst van toepassing zijn,
- althans dat het voor [eiseres] kenbaar was of redelijkerwijs kon zijn dat [gedaagde] van die toepasselijkheid is uitgegaan,
- dat het hier gaat om een set algemene voorwaarden die in de branche veelvuldig wordt toegepast,
- terwijl ook [eiseres] vaker onder toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden werkzaam is, met name in met de onderhavige situatie vergelijkbare gevallen van onderaanneming,
- en het hier voorts gaat om professionele en in deze branche werkzame partijen.
Artikel 2. Toepasselijke voorwaarden
5.De beslissing
1729