ECLI:NL:RBROT:2015:7931
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Invloed van 'papieren inkomen' van Bbz-uitkering op hoogte van toeslagen en terugvordering door de Belastingdienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 november 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de wijziging van haar definitief vastgestelde zorgtoeslag en kindgebonden budget voor het jaar 2011, waarbij zij een terugvordering van in totaal € 1.085 moest doen. De Belastingdienst had de ontvangen Bbz-uitkering van eiseres, die was kwijtgescholden, meegerekend als inkomen in het toetsingsinkomen voor de toeslagen. Eiseres betoogde dat dit 'papieren inkomen' niet meegeteld had moeten worden, omdat haar werkelijke inkomen in dat jaar veel lager was. De rechtbank oordeelde echter dat de Belastingdienst zich aan de wet moest houden en verplicht was om het verzamelinkomen, zoals vastgesteld door de belastinginspecteur, te hanteren. De rechtbank verwees naar relevante wetgeving en eerdere uitspraken van de Raad van State, en concludeerde dat de Belastingdienst terecht het toetsingsinkomen had vastgesteld. De rechtbank erkende dat de problematiek van eiseres niet uniek was en dat er politieke aandacht voor was, maar kon hier niet op vooruitlopen. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.