In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 september 2015 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1995, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal en mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de eerder opgelegde voorwaardelijke PIJ-maatregel niet heeft nageleefd, omdat de bijzondere voorwaarde van plaatsing in de forensische kliniek 'De Wier+' niet kon worden uitgevoerd vanwege financieringsproblemen. De verdachte heeft in de afgelopen zes maanden opnieuw strafbare feiten gepleegd, wat de rechtbank zorgelijk acht. De officier van justitie heeft gevorderd om de proeftijd van de voorwaardelijke maatregel met een jaar te verlengen en de bijzondere voorwaarde te wijzigen, zodat de verdachte in plaats van in 'De Wier+' een behandeling bij 'De Waag' zal volgen en zal meewerken aan een begeleid wonen project bij Humanitas.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, waaronder diefstal van een I-phone 5 en mishandeling van twee personen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot jeugddetentie van 12 dagen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat er geen schadebedrag was ingevuld. De rechtbank heeft de proeftijd van de voorwaardelijke maatregel verlengd en de bijzondere voorwaarden aangepast, zodat de verdachte nu moet meewerken aan behandeling bij 'De Waag' en plaatsing in een begeleid wonen project. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van behandeling voor zijn problematiek.