ECLI:NL:RBROT:2015:745
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis in civiele procedure tussen Wehkamp B.V. en gedaagde
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 6 februari 2015 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiseres, Wehkamp B.V., had eerder een verstekvonnis verkregen tegen de gedaagde, die niet op de hoogte was van de inleidende dagvaarding. De gedaagde heeft verzet aangetekend, maar de kantonrechter oordeelde dat dit verzet niet-ontvankelijk was. De gedaagde had te laat verzet aangetekend, aangezien de verzettermijn van veertien dagen was overschreden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde pas op 10 september 2014 kennisnam van het verstekvonnis, terwijl de verzetdagvaarding pas op 30 september 2014 was uitgebracht. De lange periode tussen het verstekvonnis en de kennisgeving aan de gedaagde stond niet in de weg aan de toepassing van de verzettermijn. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die aan de zijde van Wehkamp op nihil zijn vastgesteld.