Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.Het geschil
3.De overwegingen
"1.1. B.V. Parkeergarage Vlaardingen, hierna aan te duiden als “PGV”, is thans gerechtigde tot drie parkeergarages in het centrum van Vlaardingen.
1.6. De drie parkeergarages worden hierna gezamenlijk aangeduid als de “Objecten“.
(…)
1.10. Voor deze aanbesteding is PGV de aanbestedende dienst. De Gemeente heeft (als bloot eigenaar van de Objecten ten tijde van deze aanbesteding) in dezen slechts een ondersteunende taak, bestaande uit het ontvangen en verwerken van de vragen van de gegadigden en het ontvangen van de Biedingen.
1.11. PGV nodigt U thans uit om in het kader van de Biedingsfase van de onderhavige bied-procedure een Bieding uit te brengen op de Objecten conform de (procedurele) voorwaarden neergelegd in het onderhavige Bid Book.
(…)
2.1.
b. Bieding: het enige en laatste schriftelijke en onvoorwaardelijke bod dat ingediend wordt door Bieder middels het (ingeleverde) Inschrijvingsbiljet.
(…)
i. Objecten: de parkeergarage Liesveld, de parkeergarage Hoogstraat en de parkeergarage Centrum/Stadhuis te Vlaardingen.
(…)
5.2. Voor het doen van een Bieding dient het door PGV voorgeschreven Inschrijvingsbiljet (zie Bijlage II) te worden gebruikt. Een Bieder dient bij zijn Inschrijfbiljet een rechtsgeldig ondertekende Eigen Verklaring (Bijlage III) in te dienen. Blijkens het Inschrijvingsbiljet dient de Bieding onder meer te bestaan uit een Totaalkoopprijs voor de Objecten.
6.4. De Bieding dient te worden uitgebracht door gebruikmaking van het Inschrijvingsbiljet (zie Bijlage II).
(…)
7.2. Het gunningscriterium is de hoogste Totaalkoopprijs.
(…)
8.1. Elke Bieding is onvoorwaardelijk, onherroepelijk en zonder enig voorbehoud en dient op straffe van uitsluiting te voldoen aan de voorwaarden neergelegd in dit Bid Book alsmede eventuele nader te stellen voorwaarden.
8.2. Een Bieding in strijd met het bepaalde in artikel 8.1 is ongeldig.
(…)
9.1. Een gegadigde/Bieder dient, naar algemeen geaccepteerde standaarden, in staat te zijn de parkeergarages professioneel te exploiteren. In dat kader dient een Bieder – op eerste verzoek van PGV – een drietal referentieprojecten van gelijke aard en omvang te kunnen overleggen waaruit de geschiktheid van de Bieder blijkt. Indien de Bieder niet op voormelde wijze zijn geschiktheid kan aantonen, zal dat tot uitsluiting kunnen leiden.”
"163. Vraag
artikel 7.2 van het Bid Book stelt dat het gunningscriterium de hoogste Totaalkoopprijs is. Betekent dit dat bij de gunning geen rekening wordt gehouden met de referentieprojecten vermeld in artikel 9.1?
Antwoord:
Het gunningscriterium is de hoogste totaalkoopprijs. De bieder dient zijn geschiktheid aan te tonen middels drie referentieprojecten. Indien de referentieprojecten van een Bieder niet voldoen, komt deze Bieder niet voor gunning in aanmerking.
167. Vraag
artikel 9.1 van het Bid Book stelt eisen aan de Bieders. Wat zijn de minimumvereisten welke gesteld worden aan de referentieprojecten en welke richtlijnen worden gehanteerd bij de beoordeling van deze referentieprojecten (moeten deze projecten van gelijke aard en omvang zijn voor wat betreft de exploitatie en eventueel ook financiering of gelden andere voorwaarden)?;
Antwoord:
Onder vergelijkbare aard en omvang wordt door PGV verstaan dat Bieder door middel van drie referentieprojecten aantoont ervaring te hebben met het voor eigen rekening en risico exploiteren van twee of meer parkeergarages binnen een gemeentegrens.”
(…) Dat zij hierbij een onherroepelijke en onvoorwaardelijke bieding uitbrengt op de Objecten (…).”
“Hierbij ontvangt u onze bieding met betrekking tot de drie centrum parkeergarages, te weten Liesveld, Hoogstraat en Centrum/Stadhuis.
Deze bieding brengen wij uit in de veronderstelling dat minimaal het huidige parkeerbeleid op straat van toepassing blijft.
Wij vertrouwen erop u hiermee een passende bieding te hebben gedaan.”
Als hiervoor overwogen dienen de bewoordingen te worden gelezen in de context van de documenten. De context bestaat hierin dat de gemeente en PGV een koper zochten voor de exploitatie van drie garages. Het ligt dus voor de hand dat zij een koper zochten die geschikt was voor de exploitatie van drie garages. Op de vraag, bij de inlichtingenronde (zie 1e nota van inlichtingen), wat projecten vergelijkbaar maakt, is de geschiktheidseis aldus nader ingevuld dat er tenminste twee garages binnen een gemeentegrens moesten liggen (waaraan kennelijk specifieke concurrentie-problemen kleven).
Met een volgens deskundigen toch al kleine markt ligt naar het oordeel van de rechtbank de door Interparking voorgestane uitleg eens te minder voor de hand; er zouden dan nauwelijks gegadigden voor de door de gemeente en PGV voorgestane verkoop resteren.
Hieruit volgt dat de inschrijving door KBS terecht niet buiten beschouwing is gelaten wegens het niet voldoen aan de geschiktheidseis. Dit betekent dat hiermee de feitelijke grondslag aan de vorderingen van Interparking is komen te ontvallen en deze daarom niet toewijsbaar zijn. De overige stellingen van partijen blijven daarom verder onbesproken.