ECLI:NL:RBROT:2015:7258
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van een schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling door nieuwe schuld als gevolg van intrekking uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 juli 2015 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares. De rechtbank oordeelde dat de schuldenares toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Dit tekortschieten was het gevolg van een nieuwe schuld die was ontstaan door een terugvordering van de gemeente Rotterdam, die de schuldenares beschuldigde van fraude met haar uitkering. De rechtbank stelde vast dat de gemeente Rotterdam een bedrag van € 9.766,79 terugvorderde wegens de intrekking van de uitkering over een bepaalde periode, en dat deze terugvordering als een nieuwe schuld werd aangemerkt. De rechtbank overwoog dat de schuldenares onvoldoende had aangetoond dat haar beroep tegen het afgewezen herzieningsverzoek kans van slagen had. De rechtbank concludeerde dat de schuldenares niet voldeed aan haar verplichtingen, zoals het tijdig indienen van informatie en het aanvragen van bijstand, en dat dit leidde tot de conclusie dat zij geen schone lei kon krijgen. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd en het salaris van de bewindvoerder vastgesteld.