ECLI:NL:RBROT:2015:7069
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geweld bij aanhouding en recidivegevaar met afwijzing vorderingen benadeelde partijen
Op 15 juli 2015 vond de openbare terechtzitting plaats in de Rechtbank Rotterdam, waar de politierechter, mr. J. Snitker, de zaak behandelde tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling en belediging van ambtenaren in functie. De verdachte was aanwezig en verklaarde dat hij in een situatie van escalatie handelde, waarbij hij de agenten te hulp schoot toen een medeverdachte hardhandig werd aangepakt. De officier van justitie vorderde een taakstraf van 100 uur en vrijspraak voor een ander feit. De benadeelde partijen vorderden schadevergoeding, maar de politierechter wees deze vorderingen af, omdat de schade niet voldoende was onderbouwd.
De politierechter oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten, waaronder mishandeling van een hoofdagent en belediging van twee agenten. De strafoplegging bestond uit een geldboete van €600,00, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. De rechter hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn spijt en het feit dat hij al een tijd geen justitiecontacten had. De politierechter concludeerde dat de verdachte al een vorm van straf had ondergaan door zijn arrestatie en de klappen die hij had gekregen.
De vorderingen van de benadeelde partijen werden afgewezen, omdat de politierechter van mening was dat de agenten in deze situatie niet voorgetrokken konden worden in het civiele recht. De politierechter benadrukte dat de benadeelde partijen hun vorderingen onvoldoende hadden onderbouwd en dat er geen objectief bewijs was voor de geleden schade. De verdachte werd op de hoogte gesteld van zijn recht om binnen veertien dagen hoger beroep in te stellen tegen het vonnis.