Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde2],
[gedaagde3],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de overgelegde producties
- de mondelinge behandeling, samengevoegd met de mondelinge behandeling in de kort geding procedure met kenmerk 483798 / KG ZA 15-96
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van gedaagden.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1022 c. Indien in de gevallen, genoemd in de artikelen 1022a en 1022b, een partij zich voor alle weren beroept op het bestaan van een overeenkomst tot arbitrage, verklaart de rechter zich uitsluitend bevoegd, indien de gevraagde beslissing niet of niet tijdig in arbitrage kan worden gekregen.”
indien en voorzover het bedrijfsresultaat dit toelaat.”, waarbij onder “bedrijfsresultaat” kortweg nettowinst of nettoverlies dient te worden verstaan. [eiseres] stelt dat deze situatie zich hier voordoet en zij beroept zich in dit verband op haar productie 8. Dit zijn de jaarstukken 2014 van HCC, waaronder de winst- en verliesrekening van HCC. In dat jaar heeft HCC blijkens deze productie een winst behaald van € 167.624,13. Gedaagden hebben niet bestreden dat in 2014 deze winst is gemaakt. Gedaagden hebben zelfs erkend (pleitnota onder nummer 23) dat HCC ook het eerste halfjaar van 2015 een winst heeft gemaakt, namelijk van circa € 60.000. Het is derhalve aannemelijk dat het bedrijfsresultaat toelaat dat de € 5.900 per maand wordt betaald.