Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.
4.Waardering van het bewijs
hij op 26 mei 2015 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
De rechtbank is van oordeel dat de ISD-maatregel niet bedoeld is om problematiek op het gebied van vreemdelingenrecht op te lossen, dan wel een bijdrage te leveren aan het uitzettingsbeleid. Het opleggen van de ISD-maatregel om de verdachte voor te bereiden op terugkeer naar zijn land van herkomst kan geen doel op zich zijn.
In de oriëntatiepunten van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) is vermeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor artikel 197 Sr. telkens met één maand wordt verhoogd voor elke keer dat de verdachte in een periode van vijf jaar voorafgaand aan de terechtzitting eerder veroordeeld is geweest voor artikel 197 Sr., maar dat deze verhoging niet wordt toegepast als er, na een eerdere veroordeling, geen redelijke periode is verstreken die de verdachte in staat heeft gesteld actie te ondernemen teneinde zijn verblijf in Nederland te beëindigen. Als redelijke termijn kan worden aangenomen een periode van drie tot zes maanden.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;