Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 oktober 2013, waarin een comparitie van partijen is bepaald, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de voorafgaand aan de comparitie van partijen door [gedaagde] in het geding gebrachte producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 28 mei 2014;
- de bij brief van 20 maart 2015 door [eiser] in het geding gebrachte producties;
- het proces-verbaal van de op 1 april 2015 gehouden voortzetting van de comparitie van partijen;
- de akte na comparitie van de zijde van [gedaagde] , met producties;
- de antwoordakte van de zijde van [eiser] , met één productie.
2.De feiten
- De Zorgovereenkomst is niet ondertekend door beide partijen. Hierdoor niet rechtsgeldig
- In de Zorgovereenkomst staan geen tarieven per zorgsoort vastgelegd
- Nota’s zijn niet gespecificeerd in het aantal zorguren en de geleverde zorg per maand
- Nota’s 2011 niet aangeleverd.
- Kopie van de beide partijen ondertekende Zorgovereenkomst
- Kopieën van gespecificeerde nota’s 2011 en 2012
- Kopieën van urenbriefjes per maand
- Tarievenlijst 2011 en 2012
3.Het geschil
- de volledige administratie met betrekking tot de ontvangen huurtoeslagen van [eiser] over de periode van 1 januari 2012 tot 11 april 2013, op straffe van verbeurte van een door de rechtbank te maximeren dwangsom van € 500,00 voor elke dag dat [gedaagde] na veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis daarmee in gebreke blijft;
- de volledige administratie met betrekking tot de bijstandsuitkering van [eiser] over de periode van 1 januari 2012 tot 11 april 2013 op straffe van verbeurte van een door de rechtbank te maximeren dwangsom van € 500,00 voor elke dag dat [gedaagde] na veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis daarmee in gebreke blijft;
- de binnenkomende gelden op de bankrekeningen van [eiser] heeft weggesluisd naar AAA en META (de ondernemingen van [gedaagde] en haar (zaken)partner);
- geen (deugdelijke) rekening en verantwoording heeft afgelegd;
- geen deugdelijke administratie heeft bijgehouden;
- [eiser] niet heeft geïnformeerd en
- ten onrechte geen bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van Menzis Zorgkantoor tot terugvordering van het persoonsgebonden budget.
- € 17.324,48 ter zake van overboekingen van de bijstanduitkering van [eiser] in de periode januari 2012 tot en met april 2013;
- € 1.432,00 ter zake van overboekingen van de door [eiser] op 20 juni 2012, 20 juli 2012 en 20 augustus 2012 ontvangen voorschotten huurtoeslag, die aan de Belastingdienst zullen moeten worden terugbetaald;
- € 79.228,82 ter zake van het door Menzis Zorgkantoor teruggevorderde persoonsgebonden budget, vermeerderd met rente en incassokosten;
- € 9.950,27 ter zake van schulden van [eiser] die zijn ontstaan in de periode dat [gedaagde] haar bewindvoerster was.
4.De beoordeling
€ 2.026,50(3,5 punten × € 579,00)