Op 29 januari 2015 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken ROT 14/8982 en ROT 14/9008, waarin Delta Lloyd Levensverzekering N.V. en Delta Lloyd N.V. een voorlopige voorziening hebben verzocht tegen een publicatiebesluit van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB). DNB had een bestuurlijke boete opgelegd op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) voor overtredingen van artikel 3:10 en artikel 3:17 van de Wft. De voorzieningenrechter oordeelde dat de openbaarmaking van het boetebesluit in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat de overtredingen ten tijde van hun begaan niet beboetbaar waren gesteld met het tariefnummer dat DNB hanteerde voor de publicatie. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van Delta Lloyd Levensverzekering N.V. toegewezen en het publicatiebesluit geschorst, terwijl de verzoeken van de andere verzoekers zijn afgewezen. DNB werd veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan Delta Lloyd Levensverzekering N.V. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de zorgvuldigheid bij de openbaarmaking van bestuurlijke boetes.