ECLI:NL:RBROT:2015:610
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- W.M.P.M. Weerdesteijn
- A.J.P. van Essen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in kort geding
Op 15 januari 2015 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. J.W. van den Hurk, rechter in een kort geding. De verzoeker stelde dat de rechter zeven minuten te laat was begonnen met de behandeling van de zaak, wat volgens hem een indicatie was voor partijdigheid. Daarnaast had de verzoeker eerder al een wrakingsverzoek tegen dezelfde rechter ingediend in dezelfde procedure, wat volgens hem ook duidde op vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat de enkele omstandigheid dat de rechter later begon dan gepland, niet voldoende was om objectief te concluderen dat er sprake was van partijdigheid. De rechter had zich nog niet inhoudelijk over de zaak uitgelaten en de eerdere wraking werd niet als een reden gezien voor vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun functie vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen. De eisers in het kort geding vroegen om toekomstige wrakingsverzoeken van de verzoeker niet meer in behandeling te nemen, maar de wrakingskamer zag hier geen reden toe.