3.1.NVZ c.s. vordert na vermindering van haar eis – samengevat – :
1. te verklaren voor recht dat Videma onrechtmatig heeft gehandeld door, als uiteengezet in het lichaam van de dagvaarding, een in de zin van artikel 22 en 25 Wet toezicht cbo's onbillijk tarief vast te stellen voor 2013 en/of 2014 voor de ziekenhuisbranche, althans voor de NVZ-leden;
2. te verklaren voor recht dat de tarieven voor 2013 en/of 2014 en/of daarvóór die Videma de NVZ-leden, eenzijdig oplegt en/of oplegde excessief zijn en/of waren en dat Videma derhalve onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij misbruik maakt en/of maakte van een machtspositie;
3. te verklaren voor recht dat Videma misbruik maakte van een machtspositie en derhalve onrechtmatig handelde, door zonder dat daarvoor een objectieve reden bestond, ongeoorloofd onderscheid te maken tussen de ziekenhuisbranche en andere branches, waaronder de horeca, door ten minste anderhalf jaar lang te weigeren met de branchevereniging voor ziekenhuizen een tarief voor de betreffende branche overeen te komen, zonder dat die branchevereniging daarvoor een wederdienst hoefde te bewijzen, zoals de incasso verzorgen en het incassorisico te dragen, terwijl Videma wel bereid is gebleken met andere brancheverenigingen dergelijke regelingen overeen te komen waardoor aan leden van die andere brancheverenigingen een lager tarief wordt gerekend;
4. te verklaren voor recht dat Videma misbruik maakte van een machtspositie en derhalve onrechtmatig handelde door van NVZ-leden, een relatief hoge vergoeding te eisen in vergelijking met andere branches, zonder dat daarvoor een objectieve reden bestaat of bestond;
5. te verklaren voor recht dat de NVZ-leden, althans eisers 2 en 3, aanspraak hebben op een schadevergoeding van Videma, nader op te maken bij staat, omdat Videma op één of meerdere van de bovenbeschreven wijzen onrechtmatig handelde welk handelen Videma kan worden toegerekend, waardoor de NVZ-leden, althans eisers 2 en 3, schade hebben geleden;
6. te verklaren voor recht dat Videma onrechtmatig heeft gehandeld door tarieven voor 2013 en/of 2014 vast te stellen voor de ziekenhuisbranche, althans voor de NVZ-leden, zonder daarover in overleg te treden met de NVZ;
7. te verklaren voor recht dat Videma niet heeft gehandeld in overeenstemming met de Cbo Keurmerkcriteria, door tarieven voor 2013 en/of 2014 vast te stellen voor de ziekenhuisbranche, althans voor de NVZ-leden, zonder daarover in overleg te treden met de representatieve organisatie voor de branche, de NVZ;
8. te verklaren voor recht dat Videma niet heeft gehandeld in overeenstemming met de Cbo Keurmerkcriteria, door jegens de NVZ-leden onvolledig en onduidelijk te zijn over de tarieven voor 2013 en/of 2014, de wijze waarop zij tot stand zijn gekomen en/of waarop zij gebaseerd zijn;
9. te verklaren voor recht dat de niet naleving door Videma in bovengenoemde zin van een of meerdere normen van de Cbo Keurmerkcriteria, dient te leiden tot intrekking van het recht van Videma op het voeren van het Cbo-keurmerk;
10. indien en voor zover de rechtbank een of meerdere van de verklaringen voor recht onder 7, 8 en/of 9 niet uitvaardigt, te verklaren voor recht dat een cbo die weigert in overleg te treden met een representatieve organisatie van de desbetreffende categorie van gebruikers en/of betalingsplichtigen, en/of die onduidelijk is over de tarieven, de wijze waarop zij tot stand zijn gekomen en waarop zij zijn gebaseerd, het Cbo-keurmerk niet kan blijven voeren;
11. te verklaren voor recht dat Videma door opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededelingen, en/of opzettelijk verzwegen feiten die zij verplicht was mede te delen, en/of een andere kunstgreep, de NVZ-leden heeft bewogen akkoord te gaan met haar licentievoorwaarden voor 2013 en/of 2014, zodat overeenkomsten van NVZ-leden met Videma aangaande 2013 en/of 2014 vernietigbaar zijn;
12. te verklaren voor recht dat de overeenkomsten voor 2013 en/of 2014 van NVZ-leden met Videma vernietigbaar zijn, daar zij onder invloed van dwaling tot stand zijn gekomen en bij een juiste voorstelling van zaken niet zouden zijn gesloten:
- omdat er sprake is van dwaling die te wijten is aan inlichtingen verstrekt door
Videma, waarbij Videma niet mocht aannemen dat de overeenkomsten ook zonder
deze inlichtingen zouden worden gesloten, en/of
- Videma in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de NVZ-leden (juist) had behoren in te lichten, en/of
- Videma bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de NVZ-leden is uitgegaan, terwijl zij bij een juiste voorstelling van zaken had moeten begrijpen dat de NVZ-leden daardoor van het sluiten van de overeenkomst zouden worden afgehouden;
13. te verklaren voor recht dat Videma op de wijze als weergegeven in het lichaam van deze dagvaarding, althans de NVZ-leden, heeft misleid in de zin van artikel 6:194 BW en derhalve onrechtmatig heeft gehandeld jegens de NVZ-leden;
14. te verklaren voor recht dat Videma onzorgvuldig en derhalve onrechtmatig heeft gehandeld jegens NVZ, althans de NVZ-leden, door hen, als weergegeven in het lichaam van deze dagvaarding, van onjuiste en/of incomplete informatie te voorzien aangaande het tarief voor 2013 en/of voor 2014, over de wijze waarop dat tarief zich verhoudt tot buitenlandse tarieven, over de rol die zij zelf speelde en het handelen van NVZ, en/of over de afspraken tussen enerzijds VNO/NCW en MKB-Nederland, en anderzijds de gezamenlijke cbo's verenigd in Voi©e;
15. te verklaren voor recht dat Videma de schade die de NVZ, de NVZ-leden, althans eisers 2 en 3, hebben geleden door bovenbeschreven misleiding, en/of onzorgvuldig handelen die/dat Videma kan worden toegerekend, moet vergoeden, nader op te maken bij staat;
16. Videma te veroordelen in de kosten van dit geding.