ECLI:NL:RBROT:2015:5923
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitwisseling van persoonsgegevens in het kader van het Veiligheidshuis en de criteria voor plaatsing op de HIT-lijst
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser uit Schiedam en de burgemeester van de gemeente Rotterdam. De eiser had verzet aangetekend tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens in het kader van het Veiligheidshuis, een samenwerkingsverband van verschillende instanties gericht op het voorkomen van criminaliteit en het bieden van ondersteuning aan risicogroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester het verzet van de eiser tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens niet heeft gehonoreerd, omdat de eiser voldeed aan de criteria voor plaatsing op de zogenaamde HIT-lijst, die personen omvat die betrokken zijn geweest bij 'high impact'-delicten. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die zich beriep op de Wet bescherming persoonsgegevens, verworpen en geoordeeld dat de verwerking van persoonsgegevens in dit geval gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft daarbij de wettelijke grondslagen voor gegevensverwerking onder de Wbp en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester terecht had besloten om de persoonsgegevens van de eiser te blijven verwerken, en dat het beroep van de eiser ongegrond was. De uitspraak benadrukt de balans tussen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de noodzaak van gegevensverwerking voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid.