In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, stond de aansprakelijkheid van AEGON Schadeverzekering N.V. centraal na een aanrijding op 17 september 2004 waarbij letselschade was ontstaan. De eiseres in conventie, AEGON, vorderde terugbetaling van verstrekte voorschotten aan het slachtoffer, gebaseerd op vermeende fraude. De rechtbank oordeelde dat de verzekeraar de gedragscode voor persoonlijk onderzoek niet had nageleefd, wat leidde tot afwijzing van de vordering in conventie. In reconventie werd de rechtbank gevraagd om te oordelen over de schadevergoeding aan de gedaagde, die stelde dat zij voldoende bewijs had geleverd voor haar schade. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de gedaagde mogelijk schade had geleden en wees de vorderingen in reconventie toe. AEGON werd veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie, en moest de schadevergoeding aan de gedaagde betalen, op te maken bij staat. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor verzekeraars om zich aan de gedragscode te houden en de rechten van slachtoffers te respecteren. De uitspraak werd gedaan op 26 augustus 2015.