ECLI:NL:RBROT:2015:5681
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.C.A.T. Frima
- W. Reinds
- C. de Jong
- Rechtspraak.nl
Weigering van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling na onvoldoende inspanning van de schuldenaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 augustus 2015 uitspraak gedaan over de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De schuldsaneringsregeling was bij vonnis van 17 december 2013 verlengd voor de duur van één jaar, met als doel de schuldenaar in staat te stellen de boedelachterstand in te lopen. Gedurende deze verlenging was de schuldenaar verplicht maandelijks € 1.000,- en de minimale boedelbijdrage af te dragen. De rechtbank constateerde echter dat de schuldenaar zich onvoldoende had ingespannen om de achterstand in te lopen en de bewindvoerder niet had geïnformeerd over zijn financiële situatie.
Tijdens de zitting op 29 juli 2015 werd duidelijk dat de bewindvoerder herhaaldelijk had geprobeerd contact te krijgen met de schuldenaar, maar zonder succes. De schuldenaar had nieuwe schulden opgebouwd en had de bewindvoerder niet op de hoogte gesteld van deze situatie. De advocaat van de schuldenaar verzocht om een verlenging van de schuldsaneringsregeling, maar de rechtbank oordeelde dat er geen vertrouwen was dat de schuldenaar zich tijdens een eventuele verlenging anders zou opstellen.
De rechtbank benadrukte dat de schuldsaneringsregeling een kans biedt om na drie jaar een schone lei te verkrijgen, maar dat hieraan strikte verplichtingen zijn verbonden. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van deze verplichtingen. De rechtbank weigerde daarom de schone lei en stelde vast dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, maar dat de verplichtingen van de schuldenaar eindigen op 3 augustus 2015.