Op 29 juli 2015 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van de schone lei aan een schuldenares die onder de schuldsaneringsregeling valt. De rechtbank had eerder, op 18 augustus 2011, de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. De bewindvoerder, E.A. de Snoo, heeft een schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van deze regeling. Op 9 juli 2015 heeft mr. A. Karacelik zich als advocaat van de schuldenares gesteld, en op 22 juli 2015 heeft de bewindvoerder de rechtbank geïnformeerd over de laatste stand van zaken. De beëindiging van de schuldsaneringsregeling is pro forma behandeld tijdens de zitting op 29 juli 2015, waarna de rechtbank haar uitspraak deed.
De rechtbank oordeelde dat de schuldenares niet toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Geen van de schuldeisers had redenen aangevoerd om tot een ander oordeel te komen. Daarom werd de zogenoemde “schone lei” verleend aan de schuldenares, wat betekent dat de na beëindiging van de regeling bestaande vorderingen, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn. De rechtbank heeft ook het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en de door hem gemaakte reiskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De rechtbank bepaalde dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, maar dat de uit de regeling voortvloeiende verplichtingen van de schuldenares eindigen op 18 augustus 2015. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degenen aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, en dit kan uitsluitend door een advocaat worden gedaan.