ECLI:NL:RBROT:2015:5679

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juli 2015
Publicatiedatum
5 augustus 2015
Zaaknummer
C/10/12/599 R
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling

Op 29 juli 2015 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van de schone lei aan een schuldenaar die onder de schuldsaneringsregeling valt. De rechtbank had eerder op 1 augustus 2012 de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. De bewindvoerder, E.A. de Snoo, heeft op 20 juli 2015 een verslag uitgebracht over de beëindiging van deze regeling, waarna de zaak op 29 juli 2015 ter zitting is behandeld. Zowel de schuldenaar als de bewindvoerder zijn gehoord tijdens deze zitting.

De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar weliswaar tekortgeschoten was in de nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling, maar dat deze tekortkomingen van bijzondere aard en geringe betekenis waren, waardoor ze buiten beschouwing konden blijven. Geen van de schuldeisers had redenen aangevoerd om tot een ander oordeel te komen. Daarom werd de schuldenaar de zogenoemde “schone lei” verleend, wat betekent dat de na beëindiging van de schuldsaneringsregeling bestaande vorderingen niet langer afdwingbaar zijn.

De rechtbank heeft ook het salaris van de bewindvoerder vastgesteld, met een bedrag van € 84,00 tot 1 oktober 2012 en € 1.481,65 vanaf die datum, exclusief omzetbelasting. Daarnaast zijn de reiskosten van de bewindvoerder vastgesteld op € 39,96. De rechtbank heeft bepaald dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, maar dat de verplichtingen van de schuldenaar eindigen op 1 augustus 2015. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verlening schone lei
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 29 juli 2015
Bij vonnis van deze rechtbank van 1 augustus 2012 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam] ,
[adres]
[woonplaats] ,
schuldenaar,
bewindvoerder: E.A. de Snoo.

1.De procedure

De bewindvoerder heeft schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling.
Op 20 juli 2015 heeft de bewindvoerder een brief gestuurd naar de rechtbank met daarin de laatste stand van zaken.
De beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling is behandeld ter terechtzitting van 29 juli 2015. De schuldenaar en de bewindvoerder zijn gehoord. De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

De rechtbank oordeelt dat schuldenaar weliswaar toerekenbaar in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten maar dat deze tekortkoming gezien haar bijzondere aard dan wel geringe betekenis buiten beschouwing blijft. Geen van de schuldeisers heeft redenen aangevoerd om tot een ander oordeel te komen. Aan schuldenaar zal daarom de zogenoemde “schone lei” worden verleend.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat schuldenaar toerekenbaar in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten en bepaalt dat deze tekortkoming gezien haar bijzondere aard dan wel geringe betekenis buiten beschouwing blijft;
- bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, doch dat de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen van schuldenaar eindigen op 1 augustus 2015;
- verleent de zogenoemde “schone lei” waardoor de na de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bestaande vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn;
- stelt het salaris van de bewindvoerder tot 1 oktober 2012 vast op € 84,00 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en vanaf 1 oktober 2012 vast op € 1.481,65 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt deze bedragen, voor zover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan, ten laste van schuldenaar.
- stelt de door de bewindvoerder gemaakte reiskosten vast op € 39,96.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.C.A.T. Frima, voorzitter, en V.M. de Winkel en C. de Jong, rechters, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2015. [1]

Voetnoten

1.