ECLI:NL:RBROT:2015:5677
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan goede trouw en saneringsgezinde houding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 juli 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker, die in een fulltime dienstverband werkt, heeft op 13 januari 2015 een verzoekschrift ingediend. De schuldenlast van verzoeker bedraagt € 607.709,00, opgebouwd uit verschillende vorderingen, waaronder die van zijn echtgenote en vennootschappen waarvan zijn moeder aandeelhouder is. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker niet te goeder trouw is geweest in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift, omdat hij geen adequate maatregelen heeft genomen om zijn financiële situatie te verbeteren. Verzoeker heeft verklaard dat hij zijn woning wil behouden, wat niet strookt met de verwachtingen van een schuldenaar ten opzichte van zijn schuldeisers. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verzoeker, met medewerking van familieleden, niet de saneringsgezinde houding heeft aangenomen die van hem verwacht mag worden. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.