ECLI:NL:RBROT:2015:5675

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2015
Publicatiedatum
5 augustus 2015
Zaaknummer
C/10/14/467 R
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 354a Faillissementswet

Op 3 augustus 2015 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar, die eerder op 10 april 2014 was uitgesproken. De bewindvoerder, N.L. Menso, heeft op 22 mei 2015 schriftelijk verslag uitgebracht en geadviseerd om de schuldsaneringsregeling te beëindigen, omdat er geen verwachting was dat er aan het einde van de looptijd een bedrag ter uitkering aan schuldeisers beschikbaar zou zijn. De rechter-commissaris heeft op 3 juli 2015 een voordracht gedaan tot beëindiging van de regeling op basis van artikel 354a van de Faillissementswet (Fw).

De rechtbank heeft vastgesteld dat voortzetting van de schuldsaneringsregeling geen reëel doel dient, gezien het inkomen van de schuldenaar. Er was geen afdrachtcapaciteit die zou kunnen leiden tot een uitkering aan schuldeisers. Bovendien was de schuldenaar vrijgesteld van sollicitatieverplichtingen, wat de verwachting dat zijn financiële situatie zou verbeteren verder ondermijnde. De rechtbank concludeerde dat er geen omstandigheden waren die een voortzetting van de regeling rechtvaardigden, zoals bedoeld in artikel 350 lid c tot en met g Fw.

Daarom heeft de rechtbank besloten de schuldsaneringsregeling te beëindigen en de schuldenaar een 'schone lei' te verlenen. Dit houdt in dat de na beëindiging van de regeling bestaande vorderingen, voor zover onvoldaan, niet langer afdwingbaar zijn. De vergoeding voor de bewindvoerder is vastgesteld op € 2.134,55, inclusief onkosten en omzetbelasting. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verlening schone lei
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 3 augustus 2015
Bij vonnis van deze rechtbank van 10 april 2014 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam] ,
[adres]
[woonplaats] ,
schuldenaar,
bewindvoerder: N.L. Menso.

1.De procedure

De beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling is behandeld ter terechtzitting. De bewindvoerder heeft schriftelijk verslag uitgebracht bij brief van
22 mei 2015. Zij heeft de rechtbank geadviseerd de schuldsaneringsregeling van schuldenaar te beëindigen op grond van artikel 354a van de Faillissementswet (Fw), nu niet de verwachting bestaat dat aan het einde van de looptijd van de schuldsaneringsregeling een bedrag ter uitkering aan schuldeisers beschikbaar zal zijn. De rechter-commissaris heeft vervolgens op 3 juli 2015 een voordracht gedaan tot beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 354a Fw.

2.De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat dat voortzetting van de schuldsaneringsregeling geen reëel doel dient. Schuldenaar is immers gelet op zijn inkomen geen dusdanige afdracht aan de boedel verplicht dat na voldoening van de boedelkosten uitkering aan de schuldeisers mogelijk zal zijn. Daarnaast is hij tot het einde van de schuldsaneringsregeling vrijgesteld van zijn sollicitatieverplichting en bestaat om die reden en ook niet anderszins de verwachting dat zijn afdrachtcapaciteit zodanig zal toenemen dat uitkering aan schuldeisers wel mogelijk wordt. Van omstandigheden als bedoeld in artikel 350 lid c tot en met g Fw is geen sprake.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de schuldsaneringsregeling beëindigen op grond van artikel 354a Fw. Aan schuldenaar zal de zogenoemde “schone lei” worden verleend .
De vergoeding voor de bewindvoerder is berekend op € 2.134,55 (inclusief onkosten en omzetbelasting). Voor zover actief aanwezig is, kan de bewindvoerder de vergoeding als salaris opnemen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat redelijkerwijs niet de verwachting bestaat dat de schuldenaar op zodanige wijze aan zijn verplichtingen kan voldoende dat voortzetting van de schuldsaneringsregeling gerechtvaardigd is en dat van omstandigheden als bedoeld in artikel 350 lid c tot en met g Fw geen sprake is;
- bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, doch dat de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen van schuldenaar eindigen op 3 augustus 2015;
- verleent de zogenoemde “schone lei” waardoor de na de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bestaande vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn;
- stelt het salaris van de bewindvoerder, één en ander inclusief onkosten en omzetbelasting, vast op het aanwezig actief tot een bedrag van maximaal € 2.134,55.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2015. [1]

Voetnoten

1.