Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 30 januari 2015, waarin de kantonrechter een comparitie van partijen heeft gelast, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de voorafgaand aan de comparitie van partijen in het geding gebrachte akte d.d. 1 april 2015, met producties, aan de zijde van de HefGroep;
- het proces-verbaal van de op 9 april 2015 gehouden comparitie van partijen.
2.De verdere beoordeling
30 januari 2015.
5 oktober 2012 overgelegd waarin de Gemeente Rotterdam door Stichting Jeugd op Zuid is verzocht om de reeds verleende subsidie voor STJ aan de Stichting Jeugd op Zuid voor het laatste kwartaal van het jaar 2012 over te hevelen naar Stichting Jongerenwerk op Zuid. Daarnaast heeft zij een aantal subsidiebeschikkingen overgelegd, waaruit volgens haar uitleg daarbij volgt dat aan deze aanvraag daadwerkelijk uitvoering is gegeven. Zij heeft tevens overgelegd een mutatielijst voor de salarisadministratie en de loonstaten van [eiser] van voor 1 oktober 2012 en na 1 oktober 2012, waaruit volgt dat [eiser] vanaf 1 oktober 2012 bij Stichting Jongerenwerk op de loonlijst stond, en de jaarrekening 2012 van Stichting Jongerenwerk op Zuid, waarin staat dat in het jaar 2012 een ‘doorbelasting loonkosten Jongerenwerkers vanuit Jeugd op Zuid’ heeft plaatsgevonden.
“De gemeente Rotterdam koos ervoor om dit mondeling zo af te spreken in plaats van in reactie op het schrijven vandhr. Bekenkamp een aparte intrekkings- en goedkeuringsbeschikking af te geven, wat veel werk kost.”in ieder geval onvoldoende om als gemotiveerde betwisting te dienen.