Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking conflictbehandeling schriftelijke aanwijzing
in de zaak van
[Naam moeder] , hierna te noemen de moeder,
[Naam vader] , hierna te noemen de vader,
[Naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ,
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
[Naam pleegmoeder] , hierna te noemen de pleegmoeder, wonende te [woonplaats] .
Het procesverloop
De feiten
= de GI). Het eerste bezoek op 7 april jl. was nog wat onwennig voor [de minderjarige] . Gezien de nieuwe ontwikkelingen is het niet mogelijk om het bezoek met [de moeder] uit te breiden.”
= de GI). Ook als er voor alleen [de minderjarige] een bezoekregeling zou zijn, zou deze uitkomen op één keer op 6 weken. Het bezoek van [de minderjarige] zou wel in de thuissituatie van [de minderjarige] kunnen plaatsvinden, omdat pleegmoeder daar geen bezwaar tegen heeft. JBRR
(= de GI)is van mening dat een frequentere omgangsregeling dan deze 6 weken niet bijdraagt aan de emotionele en psychische ontwikkeling van [de minderjarige] . De bezoekcontacten in de toekomst zullen er op gericht zijn dat moeder en zoon contact onderhouden, zodat hij zijn moeder kent. De uitkomst van de CHOP is met beide ouders besproken op 2 april 2015. De ouders waren het in eerste instantie niet eens, omdat de bezoekfrequentie omlaag is gegaan. Maar na uitleg dat dit advies uit de CHOP komt en in het belang van [de minderjarige] is, gaan zij akkoord. Ook is er benadrukt dat het van belang is dat de omgangsregeling nagekomen wordt. De data voor de bezoeken zijn voor het hele jaar gepland en er is ook een evaluatie ingepland.”
Het verzoek
De standpunten van verzoekers en belanghebbende
De beoordeling
De beslissing
met [de minderjarige]» 90 minuten per vier weken bij de pleegmoeder thuis; indien de bezoeken goed verlopen, kan de omgang tussen de moeder en [de minderjarige] met voorafgaande toestemming van de GI elders plaats vinden;
En alvorens verder te beslissen:
1 januari 2016 pro forma.
uiterlijk twee wekenvoor de genoemde datum de kinderrechter, onder gelijktijdige toezending aan de belanghebbenden, de verzochte rapportage te doen toekomen.