Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 maart 2015, met tien producties;
- de akte wijziging (vermeerdering) van eis van RRS;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met vijf producties;
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident.
2.De vorderingen in de hoofdzaak en in het incident
- RRS heeft in augustus 2014 van BSS een gebruikte rupsgraafmachine van het merk Hitachi, type ZX 870 LCH, gekocht voor een prijs van € 184.000,00;
- deze machine is in Nederland geleverd op 19 september 2014; enkele onderdelen van deze machine zijn later nageleverd;
- RRS was van plan de machine door te verkopen aan een derde, van welke bedoeling BSS op de hoogte was; deze doorverkoop van de machine aan een derde heeft ook plaatsgehad;
- uit onderzoek van een door RRS ingeschakelde deskundige zijn diverse ernstige gebreken aan de machine naar voren gekomen;
- bij aangetekende brief van 21 november 2014 heeft de raadsman van RRS BSS in gebreke en aansprakelijk gesteld;
- naast diverse feitelijke gebreken aan de machine is er geconstateerd dat de machine niet een machine is van het door BSS opgegeven type ZX 870 LCH-3 maar van het type ZX 870 R-3;
- de schade die RRS lijdt als gevolg van deze tekortkoming van BSS bestaat enerzijds uit de kosten voor het herstel van de feitelijke gebreken aan de machine en anderzijds uit de kosten voor de huur van een vervangende machine; deze schade, waarvoor BSS als gevolg van haar tekortkomingen aansprakelijk is, komt neer op een totaalbedrag van € 136.002,98, exclusief kosten van rechtsbijstand en wettelijke (handels)rente.
- ook indien deze forumkeuze toepassing mist, is de rechtbank Rotterdam onbevoegd, nu BSS geen woonplaats heeft in Nederland en partijen in de koopovereenkomst levering zijn overeengekomen onder de Incoterm ‘CPT’ (
3.De beoordeling in het incident
i) de koopovereenkomst is op 5 augustus 2014 in Finowfurt tot stand gekomen nadat Patrick van Leeuwen (hierna: Van Leeuwen), indirect bestuurder van RRS, de machine ter plekke bij BSS had geïnspecteerd, waarna partijen een prijs van € 184.000,-- zijn overeengekomen en een medewerkster van BSS, mevrouw Martina Mattner, (vervolgens) een koopovereenkomst heeft opgesteld;
ii) aan deze koopovereenkomst waren de algemene voorwaarden van BSS gehecht, die aldus een integraal onderdeel van de overeenkomst zijn gaan uitmaken; in artikel 14 van deze algemene voorwaarden is het volgende forumkeuzebeding opgenomen:
14.1 Ist der Kunde Kaufmann, juristische Person des öffentlichen Rechts oder öffentlichrechtliches Sondervermögen, so ist ausschlieβlicher Gerichtsstand für alle aus dem Vertragsverhältnis unmittelbar resultierenden Streitigkeiten Eberswalde.14.2 Eberswalde ist auch dann ausschlieβlicher Gerichtsstand, wenn ein Kunde keinen allgemeinen Gerichtsstand im Inland hat, ein Kunde nach Vertragsschluss seinen Wohnsitz oder gewöhnlichen Aufenthalt in das Ausland verlegt hat oder sein Wohnsitz oder gewöhnlicher Aufenthalt zum Zeitpunkt der Klageerhebung unbekannt ist.iii) Van Leeuwen heeft dit geheel vervolgens bestudeerd en hierna in meervoud namens RRS voor akkoord getekend (prod. 2 van BSS).
Feiten die zouden kunnen leiden tot een forumkeuze die voldoet aan de onder b) en c) vermelde vormvereisten zijn gesteld noch gebleken.
[
volgen de naam en overige gegevens van RRS]
erteilt hiermit der BSS Int. Trading GmbH, Finowfurt
unter Zugrundlegung umseitiger Allg. Geschäfts-und Lieferbedingungen Aufrag und Lieferung wie folgt:
[
volgt de omschrijving van de graafmachine]”.
Gesteld noch gebleken is dat de algemene voorwaarden van BSS waren afgedrukt op de achterkant van de twee hierboven genoemde opdrachtbevestigingen. Uit de standpunten van partijen leidt de rechtbank af dat deze achterzijde blanco was. Ware dit anders, dan zou de discussie over de algemene voorwaarden immers anders zijn verlopen: BSS zou dan expliciet hebben gesteld dat de voorwaarden op de achterzijde van de opdrachtbevestigingen waren afgedrukt, en RRS zou niet hebben bestreden deze te hebben ontvangen. De rechtbank zal in dit incident dan ook als vaststaand aannemen dat de algemene voorwaarden van BSS niet op de achterzijde waren afgedrukt.
3.8. In het geval dat niet zou worden bewezen dat - samengevat - de algemene voorwaarden van BSS aan RRS zijn ter hand gesteld, moet worden beoordeeld of deze rechtbank internationale bevoegdheid heeft op grond van artikel 7 sub 1 EEX II-Vo.
carriage paid to) aan de orde. BSS voert aan dat bij toepassing van deze Incoterm levering plaatsvindt doordat de verkoper het verkochte aan de vervoerder afgeeft. Daarop stelt RRS in randnummer 6 van haar incidentele conclusie van antwoord dat was afgesproken dat de machine op kosten van BSS in Rotterdam zou worden geleverd en in randnummer 9 van deze incidentele conclusie:
het Electrosteel-arrest (HvJ EU 9 juni 2011 (zaak C-87/10); Rechtbank] voortvloeit dat alle relevante voorwaarden van de overeenkomst in aanmerking moeten worden genomen om de plaats van levering te bepalen, kan de plaats van levering niet anders dan Rotterdam zijn. Dat is de enige plaats die wordt genoemd. CPT slaat in dit geval slechts op de prijs.”
carriage paid to Rotterdam) in het onderhavige geval echter vooral als kostenbeding. Dit volgt uit de context waarin het beding is geplaatst, na de woorden “Preisstellung ab Werk” in verbinding met de omstandigheid dat de overeenkomst een ander beding bevat dat over de levering gaat (zij het dat daarin slechts een moment en geen plaats van levering is bepaald).
Zowel uit de door RRS als productie 1 bij dagvaarding in het geding gebrachte e-mailcorrespondentie, die in zoverre niet betwist is, als uit de door BSS als productie 5 in het geding gebrachte CMR-vrachtbrief, die in zoverre evenmin betwist is, blijkt dat de machine is (af)geleverd in Waddinxveen. Die plaats ligt in het arrondissement Den Haag, derhalve buiten het rechtsgebied van deze rechtbank.
-salaris voor de advocaat: € 452,00 (1 punt x € 452,00)
vastrecht: € 3.864,00totaal € 4.316,00.
4.De beslissing
901/1885