Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 januari 2015 in kort geding op verkorte termijn ex artikel 117 Rv, met producties;
- de mondelinge behandeling van 22 januari 2015;
- de twee pleitnota’s van [eiseres];
- de pleitnota’s van [gedaagde];
- de eis in voorwaardelijke reconventie.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
A. bepaalt dat [eiseres] een dwangsom aan [gedaagde] verbeurt van € 5.000,00 per dag/daggedeelte dat [eiseres] na betekening van het in dezen te wijzen vonnis ten aanzien van de DEMAG AC 100 niet voldoet aan het verstekvonnis, met een maximum van € 500.000,00;
C. [eiseres] in de proceskosten veroordeelt, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de datum van het in dezen te wijzen vonnis tot de dag van de algehele voldoening.
5.De beoordeling in conventie
Vzr]
moet de voor dagvaarding voorgeschreven termijn in acht worden genomen. Indien inachtneming van de termijn van dagvaarding meebrengt dat de roldatum niet kan worden gehandhaafd, moet een andere roldatum worden aangezegd, met vermelding van het uur indien alsdan een terechtzitting plaatsvindt.
6.De beoordeling in voorwaardelijke reconventie
7.De beslissing
901/427