4.4.Adepro c.s. heeft betwist dat aan de administratieplicht niet is voldaan. Zij heeft betoogd dat de administratie digitaal werd bijgehouden en dat zij een uitdraai hiervan heeft ingeleverd bij de Curator. Voorts heeft zij een alternatieve oorzaak van het faillissement gesteld, namelijk dat MF haar schulden niet meer kon voldoen, nadat de opdracht van haar grootste opdrachtgever op zich liet wachten.
Gedaagden hebben betoogd dat (ook overigens) van onrechtmatig handelen geen sprake is. Daarbij stellen zij onder meer dat de schuldeisers van MF niet zijn benadeeld, nu er voor MF geen andere mogelijkheid was dan het aanvragen van het faillissement. MF was medio 2013 niet in staat haar werknemers en crediteuren te betalen. [gedaagde2] heeft geprobeerd MF te redden, door een lening af te sluiten bij BCR, waarmee hij hoopte de periode te overbruggen tot de start van de werkzaamheden bij [bedrijf1]. Dat is niet gelukt, en MF heeft vervolgens het punt bereikt waarop zij niet alleen haar schuldeisers niet kon voldoen, maar ook de salarissen van haar werknemers niet kon betalen. Met behulp van BCR is nog geprobeerd tot een sanering te komen, maar een aantal crediteuren weigerde medewerking. Gedaagden hebben een rapport overgelegd van Flynth Adviseurs en Accountants, om hun standpunt te onderbouwen dat MF op 14 augustus 2013 niet meer levensvatbaar was. In het rapport staat onder meer:
“Als uitgangspunt voor mijn verklaring hebben wij opgenomen de winst en verliesrekening over de periode van 1 januari 2013 t/m 14 augustus 2013 en de daarbij horende balans op 14 augustus 2013 van MF.
Uit deze cijfers blijken vervolgens de volgende zaken:
1. Er is sprake van een verlies van € 82.360,61 in de periode 1-1-2013 t/m 14-8-2013
2. Er is sprake van een negatief eigen vermogen van € 90.027,94 op 14 augustus 2013 nadat het verlies toegevoegd zou zijn aan het eigen vermogen per 31 december 2012 en ook het aandeel verlies uit de periode 1-1-2013 t/m 14-8-2013.
3. Het negatief eigen vermogen bedraagt per 31 december 2012 een bedrag van € 7.667,33 en is als volgt opgebouwd.
Aandelenkapitaal € 18.000
Overige reserves - € 25.667,33
Per saldo negatief eigen vermogen € 7.667,33
Na verwerking van het verlies uit de periode in 2013 ontstaat een negatieve algemene reserve van € 108.027,94
4. Uit de opgestelde balans per 14 augustus 2013 blijkt dat de BV niet meer in staat is om alle crediteuren te betalen. Zelfs al zouden we alle bezittingen nominaal waarderen dan nog kunnen de openstaande crediteuren niet betaald worden. (…)
Na bestudering van deze cijfers zijn wij van mening dat [MF] niet meer levensvatbaar was op 14 augustus 2013. De directe opbrengstwaarde van de bezittingen waarbij we de inventaris en de vervoermiddelen en voorraad waarderen voor de nominale waarde is ongeveer in totaal € 67.000. De kortlopende schulden aan de crediteuren, loonbelasting, etc bedragen € 104.400. De overige langlopende schulden van de onderneming bedroeg op dat moment € 44.400 te weten financiering Qredits € 24.400 en [BCR] € 20.000. De overige schulden bestaan uit rekening courant schulden voor een bedrag van ongeveer € 31.000. (…)
De belangrijkste vraag is:
Zijn de crediteuren van MF benadeeld doordat de opdracht verleend is aan ZO? (…)
[Wij] zijn van mening dat de crediteuren van MF niet in een betere positie zouden zijn gekomen dan de status op 14 augustus 2013. (…) De omzet die feitelijk gerealiseerd is dekt bij lange na niet de gemaakte kosten. Bij voortzetting van opdracht had MF over het restant van het jaar 2013 een extra verlies gerealiseerd van € 15.253,25 en in het jaar 2014 een verlies van € 52.831,06.”
Van de zijde van gedaagden is voorts naar voren gebracht dat ten tijde van de aanvraag van het faillissement onzeker was of en zo ja welk deel van het werk in Uithoorn en eventueel Schiedam door [bedrijf1] aan MF zou worden gegund. Daarbij hebben zij gewezen op artikel 3.3 van de raamovereenkomst.