Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 juli 2014
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 11 november 2014
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 13 november 2014
- de conclusie na enquête, tevens houdende vermeerdering van eis van [eiser]
- de conclusie na enquête en tevens overlegging producties 1 t/m 3, met producties, van [gedaagden]
- de akte houdende uitlating producties van [eiser].
2.De verdere beoordeling
in conventie
[naam werk]’ in bruikleen heeft gegeven.
to go ahead with the show in Den Haag’. Dit bericht impliceert een verdergaande verbintenis dan het ter beschikking stellen van bestaand werk.”.
American flag carton boxzou maken, die [eiser] zo graag zou willen hebben. Dit bericht heeft [gedaagde 2] op 30 januari 2013 per e-mail doorgestuurd aan [gedaagde 1].
what [gedaagde 1] is going to do for the exhibiting”.
to go ahead with the show in Den Haag. (...) I am going to do what I can to enable you to have a presence of [gedaagde 1] ’ s work at the Museum’.
I am sure that [gedaagde 1] will produce a great work for the show”. Ook in de uitvoerige conclusie na enquête van [gedaagden] wordt niet toegelicht hoe deze mededeling anders kan worden begrepen dan als een bevestiging aan [eiser] dat [gedaagde 1] voor de expositie nieuw werk zal maken. Onverklaard blijft op welk moment anders dan op 9 januari 2013 volgens [gedaagden] over dit exposeren van nieuw te maken werk overeenstemming zou zijn bereikt. Evenmin wordt toegelicht op welke andere grondslag dan een door [eiser] verstrekte opdracht dit werk volgens [gedaagden] zou worden gemaakt. Dat het museum opdracht zou hebben gegeven is gesteld noch gebleken, en dat [gedaagden] dit nieuwe werk in bruikleen zou geven is evenmin gesteld of gebleken, laat staan dat is toegelicht en onderbouwd tussen wie en wanneer daarover overeenstemming zou zijn bereikt. Weliswaar verwijst [gedaagden] kort naar de bruikleenovereenkomst die door het Gemeentemuseum is ondertekend, maar deze overeenkomst zag op het doosje
[naam werk]. Vast staat dat dit geen nieuw en speciaal voor de tentoonstelling gemaakt werk betrof, maar een bestaand werk dat op het laatste moment in bruikleen is gegeven, kennelijk in aansluiting op de mededeling van [gedaagde 2] “
I am going to do what I can to enable you to have a presence of [gedaagde 1] ’ s work at the Museum”.
commissioned worksdoorgaans tot stand komt acht de rechtbank op zichzelf geloofwaardig. Aan [gedaagden] kan worden toegegeven dat de door hem beschreven handelwijze in dit geval niet is gevolgd, en ook dat aannemelijk is dat op 9 januari 2013 nog niet over alle details overeenstemming was bereikt. Over de zaal waarvoor een werk zou moeten worden gemaakt is bijvoorbeeld nog enige tijd verder gecorrespondeerd en aan het maken en met [eiser] afstemmen van het ontwerp en de vastlegging van financiële details zijn partijen nog immer niet toegekomen.
commissioned works(in opdracht te vervaardigen werken) op vele aanvullende punten overeenstemming is vereist, mede gelet op hetgeen naar zijn zeggen gebruikelijk is in de internationale kunstwereld, treft om de hiervoor genoemde redenen geen doel. Naar het hier toepasselijke Nederlandse recht is wel degelijk een overeenkomst tot stand gekomen waaraan [gedaagden] zich niet kan onttrekken door stil te zitten.
in constant contact’ met [gedaagde 1] te staan over het te maken werk (vgl. r.o. 2.6.3 en 2.6.4 hierboven). Ook de correspondentie vanuit [gedaagde 1] ’ s studio in New York (vgl. r.o. 2.6.13 en 2.6.15) wijst erop dat [gedaagde 1] op de hoogte was van de door [gedaagde 2] aangenomen opdracht, die strekte tot het door [gedaagde 1] doen vervaardigen van een nieuw kunstwerk.
Budweiseren
American Flagwerken. Het staat [gedaagde 1] vrij om dit te doen, maar het staat hem eveneens vrij om een nieuw werk te maken dat aansluit bij de ontwikkeling die hij sindsdien als kunstenaar heeft doorgemaakt.
[naam werk]’.
3.De beslissing
[naam werk]’ ten laste van [gedaagden] onder de Stichting Gemeentemuseum Den Haag,
106