ECLI:NL:RBROT:2015:4340
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om omgangsverslagen en geschillenregeling in ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de ouders van een minderjarige, die onder toezicht is gesteld. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaten mr. R.W. de Gruijl en mr. M. Erkens, hebben een verzoek ingediend met betrekking tot de uitvoering van de ondertoezichtstelling van hun kind. Het verzoek omvatte vier punten, waaronder het verzoek aan de gecertificeerde instelling (GI) om omgangsverslagen van bezoekmomenten te verstrekken en om te onderzoeken of de minderjarige bij de oma moederszijde geplaatst kon worden. Tijdens de zitting op 4 juni 2015 is het verzoek mondeling gewijzigd, waarbij alleen het verzoek om omgangsverslagen overeind bleef.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI heeft verklaard dat het verzoek om omgangsverslagen niet gebruikelijk is en dat er geen redelijke inspanning is geleverd door de ouders en hun advocaten om het geschil in der minne op te lossen voordat zij de kinderrechter inschakelden. De kinderrechter heeft benadrukt dat artikel 1:262b van het Burgerlijk Wetboek vereist dat partijen eerst zelf proberen tot een oplossing te komen voordat zij de kinderrechter benaderen. Aangezien de advocaten geen enkele poging hebben gedaan om het geschil met de GI te bespreken, heeft de kinderrechter het verzoek afgewezen.
De beslissing van de kinderrechter is dat het verzoek wordt afgewezen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 18 juni 2015. De kinderrechter heeft hiermee de noodzaak van redelijke inspanning van de advocaten en de partijen onderstreept, om onnodige procedures te voorkomen.