ECLI:NL:RBROT:2015:4199

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juni 2015
Publicatiedatum
16 juni 2015
Zaaknummer
3644034 CV EXPL 14-57804
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door op drift geraakte observatieballon aan hoogspanningsleiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin B.V. en 3D Evolution Limited. Stedin vorderde schadevergoeding van 3D Evolution wegens schade aan een hoogspanningsleiding, veroorzaakt door een op drift geraakte observatieballon. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 24 februari 2012 liet 3D Evolution een ballon op, die na een storing op een hoogte van ongeveer 60 meter instabiel raakte en uiteindelijk losraakte. De ballon veroorzaakte schade aan de hoogspanningsleiding van Stedin, die vervolgens 3D aansprakelijk stelde voor de kosten van de schade. 3D Evolution betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat zij zorgvuldig had gehandeld en dat de schade niet aan haar kon worden toegerekend.

De kantonrechter oordeelde dat Stedin niet voldoende had onderbouwd dat 3D onrechtmatig had gehandeld. De enkele omstandigheid dat er schade was ontstaan, was niet voldoende om aansprakelijkheid aan te nemen. Stedin had niet aangetoond dat 3D een fout had gemaakt die aan haar kon worden toegerekend. De vordering van Stedin werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige onderbouwing van vorderingen in aansprakelijkheidszaken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 3644034 \ CV EXPL 14-57804
uitspraak: 19 juni 2015
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Stedin B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: AGC Gerechtsdeurwaarders & Incasso te Rotterdam,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
3D Evolution Limited,
gedagvaard als: 3D Evolution Limited Company,
gevestigd te Shefford, Groot Brittannië,
gedaagde,
gemachtigde: mr. W.P. den Hertog te Den Haag.
Partijen worden hierna verder aangeduid als “Stedin” en “3D Evolution”.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.
  • de dagvaarding, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1 3
D Evolution legt zich sinds 1996 toe op het ontwerpen, assembleren en testen van bijzondere ballonnen. Het gaat daarbij om aerodynamisch vormgegeven, sigaarvormige luchtvaartuigen van uiteenlopende grootte, met gewoonlijk een inhoud van 40 m3 tot
6.000 m3. De ballonnen worden gebruikt voor onder meer overzicht en toezicht bij evenementen met behulp van daaronder gehangen camera’s.
2.2 3
D is bij het gebruik van dergelijke ballonnen gebonden aan de regels van de Britse luchtvaartautoriteiten (the Civil Aviation Authority, hierna: de CAA). De CAA heeft 3D op 27 september 2011 vergunning verleend voor het oplaten van verankerde gasgevulde ballonnen, in welke vergunning nadere voorschriften voor het gebruik die ballonnen zijn opgenomen.
2.3
Op 24 februari 2012 liet 3D op haar bedrijfsterrein te Chickands/Shefford een ballon op, vervaardigd van polyurethaanfolie en voorzien van 3 staartvinnen, hierna; de ballon.
De ballon, gevuld met helium, had een lengte van ruim 10 meter en een volume van 73 m3. De ballon was ontworpen om met een tuikabel verankerd te zijn en te blijven aan een lier op een bemand grondstation.
2.4
Voordat de ballon werd opgelaten is de gebruikte tuikabel getest. Nadat de ballon was gevuld met helium en aan de lier bevestigd, is deze volgens een standaard testprocedure geïnspecteerd en in orde bevonden.
2.5
Vervolgens is de ballon, met daaraan enige apparatuur bevestigd, om 10.40 uur plaatselijke tijd bij zonnig, helder weer en voorspelde windsnelheden van 15 tot 25 km per uur opgelaten, en wel tot een hoogte van ongeveer 300 meter. Bij het weer inhalen van de ballon met behulp van de lier raakte de ballon op een hoogte van ongeveer 60 meter instabiel waarbij de tuikabel in bomen verstrikt is geraakt en in aanraking kwam met de rand van het dak van een gebouw. Uiteindelijk is de tuikabel gebroken waardoor de ballon omstreeks 11.00 uur plaatselijke tijd losraakte en wegdreef. 3D heeft daarvan direct melding gedaan aan de CAA en de Engelse politie heeft de ballon met gebruik van een helikopter tevergeefs geprobeerd te traceren.
2.6
Op 24 februari 2012 ontving Stedin omstreeks 16.30 uur een melding over een storing in de hoogspanningsleiding tussen mast 39 en 40 in Stad aan het Haringvliet. De ballon is uiteindelijk in de namiddag van 24 februari 2012 in Numansdorp aangetroffen.
2.7
Stedin Netbeheer B.V. heeft 3D aansprakelijk gesteld voor de schade die door een kabel van de ballon is toegebracht aan deze hoogspanningsleiding. Daarbij is voor onder andere kosten arbeidsloon van medewerkers van Stedin/Joulz, werken en diensten door Spie Infra, en gewasschade uitkering aan derden, aan 3D € 24.969,61 in rekening gebracht.
2.8 3
D en haar verzekeraar hebben aansprakelijkheid van de hand gewezen.

3.De vordering

Stedin heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, 3D Evolution te veroordelen aan haar te betalen € 25.000,--, te vermeerderen met rente en met veroordeling van 3D in de proceskosten.
Aan haar vordering legt Stedin - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag.
3.1
De ballon heeft op of omstreeks 24 februari 2012 schade toegebracht aan de hoogspanningsleiding (mast 39-40) van Stedin in Stad aan het Haringvliet te Den Bommel. Getuigen hebben toen daar een luchtballon gezien, een lichtflits gezien en een knal gehoord. Vernomen is dat er rafels en draden aan geleiders van de hoogspanningsleiding hingen. Onder deze leiding is een kabel met brandplekken gevonden.
3.2 3
D heeft jegens Stedin niet zorgvuldig gehandeld en geen voorzieningen getroffen waardoor de schade zou kunnen worden voorkomen. 3D had erop bedacht moeten zijn dat de ballon, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, kan losbreken en schade kan veroorzaken.
3.3 3
D heeft zich schuldig gemaakt aan een onrechtmatige daad, doordat de ballon schade heeft toegebracht aan de hoogspanningsleiding van Stedin waarmee een inbreuk is gemaakt op het eigendomsrecht van Stedin. Zij heeft 3D daarvoor aansprakelijk gesteld. 3D heeft gehandeld in strijd met de maatschappelijke norm dat er geen schade mag worden toegebracht of veroorzaakt aan zaken van een ander. De opgetreden schade is daarvan het rechtstreekse gevolg.
3.4
De schade dient volgens verkeersopvattingen te worden toegerekend aan 3D. Ondanks aanmaningen blijft 3D in gebreke met betaling van het verschuldigde.
3.5
Stedin heeft haar vordering ter incasso uit handen gegeven. Stedin maakt aanspraak op de overeengekomen dan wel de wettelijke rente vanaf datum verzuim.
3.6
Stedin is buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd geworden aan haar gemachtigde die 3D haar op grond van de wet moet vergoeden.

4.Het verweer

3D Evolution heeft de vordering betwist en heeft daartoe het volgende -zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang- aangevoerd.
4.1
Een vennootschap met de naam ‘Stedin B.V.’ is niet in het Handelsregister ingeschreven. Onduidelijk is welke van de wél ingeschreven vennootschappen met een naam waarin ‘Stedin’ voorkomt, eiseres is in deze procedure. Voorts is daarmee onduidelijk wie eigenaar is van de betreffende hoogspanningsleiding.
4.2
Stedin heeft geen feiten en omstandigheden gesteld die tot de conclusie kunnen leiden dat 3D jegens haar onzorgvuldig heeft gehandeld of niet de vereiste voorzieningen zou hebben getroffen.
4.3 3
D is een ervaren en gekwalificeerd ontwerper en bouwer van ballonnen als de onderhavige. Haar personeel dat de ballon bediende is eveneens ervaren en gekwalificeerd en 3D heeft bij de ballonvaart op 24 februari 2012 in alle opzichten voldaan aan de wettelijke eisen en de eisen van de vergunning die zij daarvoor van de CAA ontving.
Op grond van artikel 17 Verordening Rome II (EG) 864/2007, is bepalend dat 3D zich zorgvuldig gehouden heeft aan de voor haar ter plaatste geldende overheidsvoorschriften die juist gegeven zijn met het doel de veiligheid te waarborgen.
4.4
Het losbreken van de ballon is mogelijk gevolgd op een tijdens de vlucht opgetreden breuk van een uit koolstofvezel vervaardigde balein in een staartvin van de ballon waardoor deze instabiel werd en begon te duiken waardoor de tuikabel langs een dakrand is geschuurd met als gevolg dat deze kabel brak en de ballon losraakte en wegdreef. Als deze hypothese juist is, is dat niet aan enige nalatigheid van 3D te wijten. Bij inspectie is een mogelijk bestaande zwakte in een dergelijke balein niet vast te stellen en een gebeurtenis als deze heeft zich niet eerder voorgedaan.
4.5 3
D bestrijdt dat zij in enig opzicht onrechtmatig heeft gehandeld jegens Stedin. Het op drift raken van de ballon met mogelijk schadelijke gevolgen is niet te wijten aan de schuld van 3D en een andere grond voor toerekening van de schade aan 3D is niet gesteld.
4.6 3
D betwist dat de op drift geraakte ballon daadwerkelijk schade heeft toegebracht aan de hoogspanningsleiding. 3D bestrijdt voorts de hoogte van de gestelde schade. Niet een vennootschap met de naam Stedin, maar de vennootschap die destijds Joulz B.V. heette is mogelijk de partij die de gestelde schade zou hebben geleden.
4.7 3
D bestrijdt dat Stedin aanspraak heeft op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.

5.De beoordeling van de vordering

5.1
In de stellingen van Stedin ligt besloten dat zich in Nederland een schade aan haar eigendommen heeft voorgedaan die is te relateren aan het op drift raken van de ballon in Engeland nadat deze daar was opgelaten door 3D. Daarom moet om te beginnen worden beoordeeld of aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt en voorts welk recht de vordering in deze zaak beheerst.
Op grond van het bepaalde in artikel 5 sub 3 EEX-Vo, zoals dat in deze zaak geldt, is de Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van dit geschil, omdat het door Stedin gestelde schade toebrengende feit (de aanraking van de ballon met een hoogspannings-leiding) zich in Nederland heeft voorgedaan.
Tussen partijen is voorts, naar het oordeel van de kantonrechter terecht, niet in geschil dat de vordering tot schadevergoeding in deze zaak wordt beheerst door Nederlands recht.
5.2
Stedin grondt haar vordering op het bepaalde in artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek.
5.3
Op grond van het bepaalde in artikel 6:162 BW moet degene die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt die aan hem of haar kan worden toegerekend, de schade vergoeden die deze ander dientengevolge lijdt. De enkele omstandigheid dat Stedin
- aannemende dat haar, door 3D bestreden, stelling op dit punt juist is - schade aan een hoogspanningsleiding heeft geleden als gevolg van aanraking met de op drift geraakte ballon van 3D, is niet op zichzelf reeds voldoende om aan te nemen dat 3D aansprakelijk is voor die schade.
5.4
Daartoe is immers ook vereist dat 3D in enig opzicht een fout, te weten onrechtmatige daad die aan haar kan worden toegerekend, heeft begaan jegens Stedin.
5.5
Ook nadat 3D bij repliek een beschrijving had gegeven van de gang van zaken zoals deze zich heeft voorgedaan voorafgaand aan, en tijdens de vlucht en het op drift raken van de ballon en van de veiligheidsregels waaraan zij gebonden is, en op dit punt gemotiveerd verweer had gevoerd, heeft Stedin bij repliek niet nader en concreet met feitelijke stellingen onderbouwd dat de gestelde aanraking van een kabel van de ballon het gevolg is van een fout van 3D, of van iemand wiens fout aan 3D kan worden toegerekend. Zo heeft Stedin niet nader toegelicht in welk opzicht 3D zou zijn tekortgeschoten in een op haar rustende zorgplicht. Van een mogelijk andere grondslag voor de beoordeling van de vordering tot schadevergoeding van Stedin is niet gebleken.
5.6
Nu de vordering niet voldoende feitelijk is onderbouwd, is zij reeds op deze grond niet toewijsbaar, en behoeven de overige verweren van 3D geen bespreking meer.
5.7
De vordering zal worden afgewezen en Stedin zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding. Voor veroordeling in de nakosten, zoals door 3D gevorderd, bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert. Voor het geval over de hoogte daarvan bij de executie een geschil rijst, kan de rechter het bedrag van deze nakosten alsnog begroten op de voet van artikel 237 lid 4 Rv.

6.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Stedin in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van 3D vastgesteld op nihil aan verschotten en € 800,-- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
16964