Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser1],
[eiser2],
[esier3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 juli 2014,
- de akte na tussenvonnis van [eisers], met producties,
- de antwoordakte van [gedaagden], met productie.
2.De verdere beoordeling
- de vraag in hoeverre het interne Zweedse recht en arbeidsrecht, en in het bijzonder de Zweedse
- hetgeen zich feitelijk voor en tijdens de collectieve actie in Zweden heeft afgespeeld, waarbij [eisers] mocht reageren op hetgeen [gedaagden] daarover in haar laatste akte had gesteld (r.o. 4.32),
- de naar Zweeds recht bij collectieve actie mogelijkerwijs in acht te nemen zwaarwegende procedureregels (‘spelregels’) waarvan veronachtzaming leidt tot onrechtmatigheid, waarbij ook aan de orde kon komen of reden bestond voor beperking van het recht op collectieve actie ter bescherming van rechten en vrijheden van anderen als bedoeld in artikel G ESH (r.o. 4.33).
to negotiate (...) any payment due to me and arising from my employment on the (...) vessel.”.
To Whom It May Concern:
sympathy actions’ zou worden verzocht.
Notice of industrial action’ overhandigd waarin SEKO aanzegde dat zij, omdat tijdens onderhandelingen op 8 en 9 november 2012 geen ITF Special Agreement voor de bemanning kon worden bereikt, het voornemen had om een collectieve actie tegen het schip te beginnen in de vorm van een “
Blockade against new employments of deck-, engine-, and catering personnel on board the ship” welke actie om 16.00 uur die dag in werking zou treden. Ook werd daarin aangezegd dat SEKO/ITF
sympathy actionszou verzoeken van de andere vakbonden in de vorm van het weigeren het schip te beladen en/of te lossen, en het weigeren van sleepbootassistentie en dat deze zouden aanvangen om 22.00 uur die dag.
to whom it may concern’ afgelegd, die erop neerkwam dat de kapitein onder protest een ‘Special Agreement’ en ITF-arbeidsovereenkomsten zou ondertekenen, zoals vastgesteld in het tussenvonnis onder 2.4.
new employment contracts for the crew’ is aangedrongen, dat over de verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de bemanning is onderhandeld en dat uiteindelijk onder protest akkoord is gegaan met ondertekening van nieuwe arbeidsovereenkomsten, welke ten slotte zijn ondertekend in aanwezigheid van de SEKO/ITF-vertegenwoordiger [betrokkene1].
defendants/Owners are non-EU companies’. Hij verwijst hierbij naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 juli 2014 in de zaak Fonnship A/S v Svenska Transportarbetareförbundet c.s., zaak C‑83/13, ECLI:EU:C:2014:2053 (Sava Star).
Co-determination Act(door Gårde afgekort als MBL). Gårde zet uiteen welke vereisten de MBL stelt, en motiveert en onderbouwt uitgebreid dat en waarom in dit geval aan de geldende vereisten is voldaan en uit de MBL geen verdere beperkingen voortvloeien.
On the basis of the facts presented to me I conclude that SEKO has upheld the ‘rules of the game’ in the case of m.v. Ocean Trader and acted in accordance with Swedish law’.
the action was appropriate and necessary”.
beneficial owner’ is van de Ocean Trader, (ii) gevestigd is in Griekenland, (iii) met het schip zeevervoersdiensten aanbiedt mede ten behoeve van ingezetenen van de Europese Unie, en (iv) (onder meer) Cypriotische aandeelhouders heeft. [gedaagden] citeert ter onderbouwing van haar standpunt de opinie van Sköld en Lindblad waarin staat dat Oceanic Christiane
‘has assigned the management of the vessel to the company based in Greece and with only Greek directors, Ocean Fleet Shipping Ltd.’ en ook ‘
that the “beneficial owners” of the vessel are established in an EU member state (Cyprus), the legal entity managing the vessel is established in an EU member state (Greece)”.
beneficial owner’ van het schip heeft te gelden, is niet geconcretiseerd of onderbouwd en lijkt op grond van de eigen stellingen en stukken van [gedaagden] onjuist. Dat er enige tot
beneficial ownershipvan Oceanfleet Shipping strekkende overeenkomst bestaat waarin is overeengekomen dat Oceanfleet Shipping het schip zal exploiteren of anderszins daarmee voor eigen rekening en risico vervoersdiensten mag verrichten, is niet gesteld of gebleken. Tijdens het uitgebreide debat dat leidde tot het tussenvonnis, is Oceanfleet Shipping door [gedaagden] uitdrukkelijk als “
slechts de manager” van het schip gepresenteerd en heeft [gedaagden] uitdrukkelijk gesteld “
Zij heeft, anders dan dat, geen enkele relatie of contact met gedaagden” (antwoordakte 13 november 2013 onder 5).
managers and beneficial owners are Greece and Cyprus respectively”.
furtherassigned the management of the vessel to the company based in Greece and with only Greek directors, Ocean Fleet Shipping Ltd. (...)”. [
cursivering rechtbank’]
further’ weggelaten, terwijl dit essentieel is voor het daarmee aangebrachte onderscheid tussen enerzijds de kennelijk te Cyprus gevestigde ‘
beneficial owners’ en anderzijds Oceanfleet Shipping als manager.
beneficial owner’ van de Ocean Trader zou zijn.
beneficial ownership’ vervoersdiensten met het schip verricht, is evenmin aannemelijk geworden. Weliswaar staat vast dat Oceanfleet Shipping ‘
manager’ is van het schip, maar wat deze rol in dit geval concreet inhoudt of welke contractuele afspraken tussen haar en Oceanic Christiane zijn gemaakt is niet toegelicht of gebleken. Duidelijk is wel dat niet Oceanfleet Shipping maar [gedaagden] zelf de bemanning in dienst heeft genomen terwijl een - kennelijk te Cyprus gevestigde - derde de ‘
beneficial owner’ van de Ocean Trader lijkt te zijn.
- i) of Oceanfleet Shipping is gevestigd in Griekenland als bedoeld in de verordening, nu in r.o. 4.12 van het tussenvonnis reeds is vastgesteld dat zij is gevestigd op de Marshall Eilanden maar kantoor houdt in Griekenland,
- ii) of Oceanfleet Shipping in Griekenland een duurzame vestiging heeft van waaruit zij voor onbepaalde tijd een economische activiteit uitoefent, voor de toepassing van de verordening moeten worden beschouwd als een vennootschap die valt gelijk te stellen aan een onderdaan van Griekenland (vgl. HvJ 12 september 2006, Cadbury Schweppes, C-196/04, ECLI:EU:C:2006:544, onder 54; HvJ 15 september 2011, Dickinger en Ömer, C-347/09, ECLI:EU:C:2011:582, onder 35),
- iii) of een van rechten van derden af te leiden beroep op de verordening onder andere omstandigheden zou kunnen slagen,
- iv) of sprake is van het verrichten van zeevervoer tussen de Lid-Staten onderling en tussen de Lid‑Staten en derde landen als bedoeld in de verordening.
ITF Approved Agreement (...) for the vessel” zou sluiten (vgl. r.o. 2.6.3). Uit het advies van Gårde blijkt dat SEKO daartoe ingevolge de regels van Zweeds recht in beginsel gerechtigd was en [gedaagden] bestrijdt dit ook niet.
authorization document”) blijkt dat enkele daarvan aan SEKO zijn verleend voordat SEKO de collectieve actie ging voeren:
blacklisting’ te bedreigen althans door misbruik van omstandigheden te maken.
any such document already in existence shall be null and void”) dat deze slechts kan leiden tot nietigheid van op het moment van aangaan van de ITF-overeenkomsten reeds bestaande documenten. Er zijn geen aanknopingspunten aangevoerd voor een andere uitleg van deze bepaling. Nu de nieuwe POEA-overeenkomsten pas nadien zijn gesloten, kan de ingeroepen bepaling niet tot de door [eisers] beoogde nietigheid leiden.
Articles of agreement shall be signed both by the shipowner or his representative and by the seaman. Reasonable facilities to examine the articles of agreement before they are signed shall be given to the seaman and also to his adviser.’) staan in het hier bedoelde geval niet aan de verbindendheid van de nieuwe POEA-overeenkomsten in de weg, reeds omdat de Filippijnen geen partij zijn bij dit verdrag en het Filippijnse recht deze overeenkomsten beheerst. Dat en waarom deze regel desondanks zou gelden in het onderhavige geval is niet toegelicht. Voor toepassing van het ingeroepen artikel als voorrangsregel ziet de rechtbank bij gebreke van voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer geen aanleiding.
- dat de kapitein na vertrek uit Zweden de ITF-overeenkomsten van de bemanning heeft afgenomen;
- dat hij daarbij dreigde de bemanningsleden in de Filippijnen op de zwarte lijst te laten plaatsen;
- dat dit in de praktijk betekent dat wie op de zwarte lijst staat geen arbeidsperspectief meer heeft in de zeevaartsector;
- dat het hanteren van deze zwarte lijst door scheepseigenaren, uitzendbureaus en arbeidsbemiddelaars algemeen bekend is;
- dat omstreeks 18 november 2012 het schip voor anker ging voor de Griekse kust en de zoon van de Griekse ‘beneficial owner’ [eisers] onder dreiging van plaatsing op de zwarte lijst dwong de nieuwe POEA-overeenkomsten te tekenen;
- dat daarbij geen tolken of onafhankelijke derden aanwezig waren en het [eisers] niet was toegestaan om onafhankelijk advies in te winnen;
- dat [eisers] ook geen exemplaar van de getekende POEA-overeenkomsten hebben gekregen.
notary public’ op de Filippijnen en op de verklaringen van [eiser1] en Jabile is uitdrukkelijk vermeld dat, en waar en wanneer, deze verklaringen onder ede ten overstaan van de betreffende “
notary public” zijn afgelegd en ondertekend.
- I felt threatened and intimidated because of the aggressive attitude of the Captain;
- The Ship sailed directly to the Republic of Greece and anchored in the vicinity of Kalamata;
- Shortly after anchoring a Greek man boarded the Ship, supposedly a son of the Owner, who threatened us, the crewmembers of the Ship, without providing any further information, to sign a new employment contract (similar to the former employment contract of (...) 2012) as well as a statement that declared the ITF-contract to be null and void (...);
- At that moment no interpreter or person who spoke both the Greek and the Philippine language was aboard the Ship. I was not allowed to obtain advice (...) on this matter, as a result of which I did not fully comprehend the content of both documents;
- The Greek man threatened us, the crewmembers of the Ship, that if we did not sign both documents instantly, we would be ‘blacklisted’ and therefore never be employed on any vessel again;
- I felt threatened and intimidated and I felt forced to sign this employment contract as well as the proposed Statement;
- I did not receive any copy of this employment contract nor of the Statement;
- I did not receive payment in accordance with the ITF-contract (...) for which reason I sought legal assistance and instructed my representatives to arrest the Ship on 14 February 2013.”.
contrary to the expiration date of the ITF-contract”.
de zoon van de eigenaar’ (zoals zij verklaarde ter comparitie) althans ‘
een Griekse persoon’ (zoals zij deze aanduidde bij antwoordakte) bij Kalamata aan boord is geweest, betwist zij dat deze persoon iets met de nieuwe POEA-overeenkomsten van doen heeft gehad. Deze zijn volgens haar opgesteld in Manilla en door de Griekse agent van Oceanic Christiane aan boord gebracht. Wat de hiervoor bedoelde persoon precies aan boord kwam doen, heeft [gedaagden] niet toegelicht.
‘notary public’ op de Filippijnen, andere zijn kennelijk op schrift gesteld door de kapitein van het schip waar het betrokken bemanningslid op dat moment voer, waaronder de Ocean Trader. In verschillende bewoordingen wordt daarin verklaard dat de betrokken zeeman nooit is gedwongen, bedreigd of onder druk gezet om de ITF-overeenkomsten te verwerpen en de nieuwe POEA-overeenkomsten te ondertekenen. Een aantal bemanningsleden verklaart de ITF-overeenkomsten eigener beweging te hebben verworpen uit verbolgenheid over de ongevraagde inmenging van SEKO/ITF. Op hetgeen zich nabij Kalamata heeft afgespeeld wordt in deze verklaringen niet specifiek ingegaan.
3.De beslissing
1 juni 2015 van 13.00 tot 14.00 uur,
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de - [adres] om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de maanden
mei tot en met september 2015,