Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 juni 2014, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het vonnis van 27 augustus 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de ten behoeve van de comparitie door mr. Ray ingediende stukken, zijnde een tweetal B-formulieren met als bijlage nadere producties;
- de fax van 3 december 2014 van mr. R. Le Grand, curator in het faillissement van [gedaagde2];
- de brief van de rechtbank van 4 december 2014 aan partijen, waarin is medegedeeld dat de procedure tegen [gedaagde2] is geschorst en de procedure tegen [gedaagde1] wordt voorgezet;
- het proces-verbaal van de op 8 december 2014 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
onbepaalde tijd
(gevolgd door de handgeschreven tekst:) t/m 1 januari 2014
3.Het geschil
4.De beoordeling
het netto equivalentvan de bruto bedragen, rekening houdende met de betaling over januari 2011 en de nadien verrichte deelbetalingen. In deze procedure is aldus toewijsbaar het netto equivalent van € 52.405,80 aan bruto loon over februari 2011 tot januari 2014 (€ 1.379,10 × 38 perioden), het netto equivalent van € 5.737,04 aan bruto vakantiegeld over 2010 tot en met 2013 (€ 1.434,26 × 4) en een bedrag van € 3.979,36 aan netto onkostenvergoeding over februari 2011 tot januari 2014 (€ 104,72 × 38 perioden).