In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eneco Services B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Eneco vorderde ontbinding van de overeenkomst voor de levering van gas en/of warmte aan de gedaagde, alsook medewerking van de gedaagde aan het opnemen van meterstanden en het onderbreken van de energielevering. De overeenkomst was beëindigd op 16 januari 2014, maar de gedaagde had nagelaten haar betalingsverplichtingen na te komen, wat leidde tot een vordering van Eneco. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in verzuim was en dat Eneco recht had op betaling van openstaande bedragen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechter wees de vorderingen van Eneco grotendeels toe, met uitzondering van enkele kosten die als buitengerechtelijk werden aangemerkt. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een hoofdsom van € 720,74 en een maandelijkse voorschotbijdrage van € 93,00 voor elke maand dat zij gebruik maakte van de energielevering. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de gedaagde onder de overeenkomst en de rechten van Eneco om de energielevering te onderbreken bij wanbetaling.