ECLI:NL:RBROT:2015:3604
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- P.C. Santema
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Toewijzing wrakingsverzoek wegens schijn van vooringenomenheid rechter
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 mei 2015 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S.C. van Paridon, tegen de rechter mr. M.C. Woudstra. Het wrakingsverzoek werd ingediend naar aanleiding van een zitting op 17 april 2015, waar de verzoeker en zijn raadsman niet in staat waren om de gedingstukken tijdig te bestuderen. De rechtbank had gedingstukken ontvangen van het college van B&W van de gemeente Rotterdam, maar de raadsman had deze stukken niet ontvangen voor de zitting. Tijdens de zitting werd een leespauze voorgesteld, maar de raadsman weigerde dit, omdat hij vond dat hij niet adequaat kon reageren zonder eerst de stukken te hebben gelezen en met zijn cliënt te hebben overlegd. De rechter, mr. M.C. Woudstra, heeft vervolgens aangegeven dat als de raadsman zo doorging, het onderzoek ter zitting gesloten zou worden en er uitspraak gedaan zou worden zonder dat er inhoudelijk over de verzoeken was gesproken.
De wrakingskamer oordeelde dat de gang van zaken tijdens de zitting de schijn van vooringenomenheid wekte. De rechter had de verzoeker in een positie gebracht waarin hij het risico liep dat er uitspraak gedaan zou worden zonder dat zijn standpunt was gehoord. De wrakingskamer concludeerde dat de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd was, omdat de rechter niet voldoende ruimte had geboden voor een eerlijke behandeling van de zaak. Het verzoek tot wraking werd dan ook toegewezen, wat betekent dat de rechter mr. M.C. Woudstra niet langer de zaak zou behandelen.
De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter mr. A.N. van Zelm van Eldik en de rechters mr. P.C. Santema en mr. M.G.L. de Vette. De uitspraak benadrukt het belang van het beginsel van hoor- en wederhoor in rechtsprocedures en de noodzaak voor rechters om onpartijdig te blijven, vooral in situaties waarin de rechten van partijen in het geding zijn.