Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEGvoor wie als advocaat optreedt mr. J.A. Trimbach, hierna te noemen geopposseerde, in staat van faillissement is verklaard.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 februari 2015 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een faillietverklaring. De opposant, vertegenwoordigd door mr. M.H. Huijzer, heeft verzet aangetekend tegen het vonnis van 3 februari 2015, waarbij hij in staat van faillissement is verklaard op verzoek van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg, vertegenwoordigd door mr. J.A. Trimbach. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tot faillietverklaring ook ten aanzien van de opposant is ingediend en dat aan de voorwaarden voor faillietverklaring is voldaan. De rechtbank heeft daarbij het arrest van de Hoge Raad van 6 februari 2015 in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat dit arrest geen aanknopingspunten biedt voor de door de opposant gegeven uitleg.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de faillietverklaring van de vennootschap onder firma (VOF) en de bijbehorende vorderingen van de fiscus en concurrente schuldeisers in overweging genomen. De curator heeft verklaard dat de opposant verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen, wat door de rechtbank is bevestigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de onderbouwing van de vordering door de geopposeerde voldoende aannemelijk is en dat de opposant niet heeft aangetoond dat hij over voldoende privévermogen beschikt om zijn schulden te voldoen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet ongegrond verklaard en de opposant veroordeeld in de kosten van het geding, vastgesteld op € 452,00. De beslissing is genomen door mr. W.J. Roos-van Toor en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, dat binnen acht dagen na de uitspraak kan worden ingesteld.