Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[bedrijf1] en [bedrijf2],
[gedaagde2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 december 2014 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de voorafgaande aan de comparitie door mr. Hoogeveen toegezonden producties 12 en 13;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 maart 2015;
- de pleitnota van mr. Sijben;
- de comparitie-aantekeningen van mr. Hoogeveen en mr. H.C. Bijleveld.
2.De feiten
's-Hertogenbosch in staat van faillissement verklaard. Daarbij is de curator tot curator benoemd.
3.De klacht
4.De gronden van de beslissing
Dit omvat de communicatie tussen degenen die een verzoek ontvangen en de accountant, met de bedoeling om de mogelijkheid dat de resultaten van de verzending van bevestigingen gemanipuleerd zullen worden door het onderscheppen en wijzigen van verzoeken om bevestiging of reacties, te verkleinen. De accountant verzekert zich ervan dat slechts hij de verzoeken om bevestiging verzendt, dat de verzoeken juist worden geadresseerd en dat verzocht wordt alle antwoorden direct naar hem te sturen. De accountant gaat na of de antwoorden van de beweerde afzenders zijn gekomen.
"De cliënt heeft de voorkeur voor activa die geen sporen achterlaten, zoals contant geld, toonderpapier, toonderpolissen";
"Een transactie waarbij een cliënt betrokkene is leidt tot een resultaat dat duidelijk hoger of lager is dan redelijkerwijs te verwachten is dan wel tot een ongebruikelijk hoog resultaat vergeleken met vergelijkbare ondernemingen waarin de cliënt werkzaam is, met name indien de omzet voor een belangrijk deel uit contante verkopen bestaat".
5.Beslissing
2.legt ter zake de maatregel op van berisping;
3.Het geschil
4.De beoordeling
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)
5.De beslissing
[1729/39/2504]