ECLI:NL:RBROT:2015:3232
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid bestuursrechter bij verzoek om zelfstandig schadebesluit na adreswijziging
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser uit Ooltgensplaat en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiser had beroep ingesteld tegen de weigering van verweerder om een zelfstandig schadebesluit te nemen naar aanleiding van een verzoek dat hij op 10 juli 2014 had ingediend. De eiser stelde dat hij schade had geleden doordat de bevestiging van zijn adreswijziging, die op 11 maart 2012 was verzonden, pas op 28 maart 2014 in de Basisregistratie Personen was verwerkt. Hierdoor zou hij niet tijdig op post hebben kunnen reageren.
De rechtbank overwoog dat de bestuursrechter onbevoegd was om van het geschil kennis te nemen. Dit was gebaseerd op de constatering dat de bevestiging van de adreswijziging geen besluit was in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde vast dat de schade die eiser had geleden niet was veroorzaakt door de bevestiging van de adreswijziging, maar door het feit dat verweerder naliet om de adreswijziging tijdig te verwerken. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een voor bezwaar en beroep vatbaar zuiver schadebesluit, waardoor de bestuursrechter niet bevoegd was om het verzoek te behandelen.
De uitspraak werd gedaan door mr. dr. P.G.J. van den Berg, in aanwezigheid van griffier mr. A.Th.A.M. Schouw. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.