In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eiseres, en AIG Europe Limited, gedaagde, over de dekking van een verzekering in verband met een product recall. Eiseres had in 2008 een verzekering afgesloten bij AIG en stelt aanspraak te maken op uitkering wegens het terugroepen van partijen rijst en bran die besmet waren met een vreemde stof, IPT. De rechtbank heeft in een tussenvonnis vastgesteld dat de teruggeroepen producten besmet waren, maar dat er geen ambtelijk bevel tot terugroep was gegeven. De rechtbank heeft vervolgens onderzocht of voldaan was aan de voorwaarden voor dekking onder de verzekering, waarbij twee voorwaarden zijn geformuleerd: de eisen voor een terugroepactie en de verwachting van een overheidsbevel tot terugroep.
Tijdens de procedure zijn getuigen gehoord, maar de rechtbank concludeert dat de verklaringen niet voldoende bewijs leveren voor de stelling van eiseres dat er een overheidsbevel tot terugroep ophanden was of redelijkerwijs te verwachten was. De rechtbank wijst erop dat de getuigen geen directe betrokkenheid hadden bij de terugroepacties en dat er geen bewijs is overgelegd dat de autoriteiten daadwerkelijk een bevel tot terugroep zouden hebben gegeven. De rechtbank concludeert dat eiseres niet heeft aangetoond dat aan de vereisten voor dekking is voldaan, waardoor de vordering wordt afgewezen. Eiseres wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.