ECLI:NL:RBROT:2015:2495
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Wijziging voorlopige voorziening voor uitgeprocedeerde asielzoeker met verzoek om opvang in eenpersoonskamer
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 april 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van een eerder toegewezen voorlopige voorziening. De verzoeker, een uitgeprocedeerde asielzoeker, had eerder een voorlopige voorziening gekregen die hem bed, bad en brood bood, maar verzocht nu om wijziging van deze voorziening naar opvang in de vorm van een eenpersoonskamer. Dit verzoek volgde op eerdere afwijzingen van soortgelijke verzoeken en was gebaseerd op de stelling dat de huidige opvang niet adequaat was voor zijn psychische klachten. De voorzieningenrechter overwoog dat er geen nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden waren die een wijziging van de voorlopige voorziening rechtvaardigden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de geboden opvang voldoende was en dat verzoeker niet kon aantonen dat de huidige situatie hem in een nadelige positie bracht. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, met de overweging dat de medische verklaringen niet voldoende onderbouwd waren en dat verzoeker in staat was om zelf opvang te regelen bij vrienden en kennissen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afweging van de belangen van kwetsbare personen, maar ook de grenzen van de rechten van uitgeprocedeerde asielzoekers onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).