ECLI:NL:RBROT:2015:2488

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 maart 2015
Publicatiedatum
9 april 2015
Zaaknummer
C/10/469411 / KG ZA 15-120
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de voorzieningenrechter in kort geding met betrekking tot arbitrageclausule in managementovereenkomst

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vorderen Century Shipping Inc. en Bakkah Shipping Ltd. van North Sea Tankers B.V. en Ocsic A/S een bedrag van € 72.518,13. Dit bedrag is het restant dat North Sea Tankers zou moeten uitkeren na een conservatoir beslag dat door Ocsic was gelegd. North Sea Tankers heeft echter aangevoerd dat zij dit bedrag niet hoeft uit te keren omdat zij zich beroept op verrekening met een vordering op Century Shipping. De voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vordering, omdat de partijen een arbitragebeding zijn overeengekomen in de managementovereenkomst tussen Century Shipping en North Sea Tankers. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van Century Shipping en Bakkah Shipping nauw samenhangt met de managementovereenkomst, waardoor de arbitrageclausule van toepassing is. Dit betekent dat het geschil moet worden beslecht door een arbiter in Londen, zoals bepaald in de overeenkomst. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de vordering niet kan worden gebaseerd op de EEX-Verordening, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor voorlopige maatregelen. Uiteindelijk zijn Century Shipping en Bakkah Shipping veroordeeld in de proceskosten van North Sea Tankers en Ocsic, met een totale kostenveroordeling van € 2.725,00.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/469411 / KG ZA 15-120
Vonnis in kort geding van 25 maart 2015
in de zaak van
1. rechtspersoon naar vreemd recht
CENTURY SHIPPING INC.,
gevestigd te st. Vincent and the Grenadines,
2. rechtspersoon naar vreemd recht
BAKKAH SHIPPING LTD.,
gevestigd te Isle of Man,
eiseressen,
advocaat mr. J.F. van der Stelt,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NORTH SEA TANKERS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.A.J. Werner
2. rechtspersoon naar vreemd recht
OCSIC A/S,
gevestigd te Oslo, Noorwegen,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna Century Shipping, Bakkah Shipping, North Sea Tankers en Ocsic genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Century Shipping en Bakkah Shipping
  • de pleitnota van North Sea Tankers
  • de brief van Century Shipping en Bakkah Shipping van 5 maart 2015
  • de brief van North Sea Tankers van 10 maart 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Century Shipping was eigenaar van het zeeschip Al Zarandi (hierna mede te noemen: het schip), dat vaart onder de vlag van de Dominicaanse Republiek.
Op 26 september 2012 heeft Century Shipping het schip verkocht aan Bakkah Shipping.
2.2.
North Sea Tankers houdt zich onder meer bezig met het managen van schepen die niet in eigendom aan haar toebehoren maar een andere rechtspersonen. North Sea Tankers heeft op 1 augustus 2010 een managementovereenkomst met Century Shipping gesloten ter zake van het schip (hierna: de managementovereenkomst).
De managementovereenkomst bepaalt in artikel 23 voor zover van belang:
“(a)
This Agreement shall be governed by and construed in accordance with Englisch law and any dispute arising out of or in connection with this Agreement shall be referred tot arbitration in London in accordance with the Arbitration Act 1996 or any statutory modification or re-enactment thereof save to the extent necessary to give effort to the provisions of this Clause. (…)”.
2.3.
Ocsic heeft op 27 mei 2013 conservatoir derdenbeslag gelegd onder North Sea Tankers, voor een vordering op Century Shipping, begroot op 2.481.648 Noorse kronen.
Het beslag is inmiddels opgeheven en North Sea Tankers heeft een bedrag van € 141.456,79 aan Bakkah Shipping overgedragen.

3.Het geschil

3.1.
Century Shipping en Bakkah Shipping vorderen, na wijziging van eis, uitvoerbaar bij voorraad:
North Sea Tankers te bevelen het bedrag ad € 72.518,13 (zegge: tweeënzeventig duizend vijfhonderd achttien Euro en dertien Eurocent), althans een ander dat zij heeft ontvangen van Sonangol Shipping Angola, Luand (ltd.) krachtens de bevrachtingsovereenkomst ter zake de AL ZARANDI af te geven aan Bakkah Shipping binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag voor iedere dag of dagdeel dat North Sea Tankers in gebreke blijft om aan het gegeven bevel te voldoen, met veroordeling van North Sea Tankers in de kosten van het kort geding, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
Century Shipping en Bakkah Shipping hebben aan de vordering ten grondslag gelegd dat het gevorderde bedrag deel uitmaakt van het totaalbedrag dat werd getroffen door het door Ocsic gelegde beslag. Na opheffing van het beslag was North Sea Tankers gehouden het bedrag van € 213.918,13 aan Bakkah Shipping uit te keren. North Sea Tankers heeft echter slechts € 141.400,00 uitgekeerd. Het resterende bedrag van € 72.518,13 meent North Sea Tankers te kunnen verrekenen met een vordering op Century Shipping. Dat standpunt is onjuist. De rechten die Century Shipping jegens North Sea Tankers kon ontlenen aan de managementovereenkomst met North Sea Tankers zijn middels cessie aan Bakkah Shipping overgedragen. Dat betekent dat het totale beslagen bedrag aan Bakkah Shipping toekomt.
3.3.
North Sea Tankers heeft verweer gevoerd. Zij heeft zich onder meer beroepen op onbevoegdheid van de Rotterdamse voorzieningenrechter. Zij stelt hiertoe dat partijen een arbitraal beding zijn overeengekomen in artikel 23 van de managementovereenkomst. Het geschil moet op grond daarvan worden beslecht door arbitrage te Londen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
North Sea Tankers voert aan dat zij, ondanks dat het onder haar gelegde beslag inmiddels is opgeheven, het gevorderde bedrag niet hoeft uit te keren aan Bakkah Shipping. North Sea Tankers betoogt hiertoe dat zij zich beroept op verrekening van dit bedrag met een vordering op Century Shipping en dat geschillen over dit recht op verrekening onderworpen zijn aan de bevoegdheid van arbiter te Londen, omdat de managementovereenkomst een arbitragebeding bevat.
4.2.
Dat de managementovereenkomst een arbitrageclausule bevat staat tussen partijen vast. De vraag die beantwoord moet worden is of die arbitrageclausule van toepassing is op de door Century Shipping en Bakkah Shipping ingestelde vordering.
4.3.
Naar voorlopig oordeel is de arbitrageclausule van toepassing.
4.4.
Gelet op de formulering van de arbitrageclausule hebben partijen bij de managementovereenkomst klaarblijkelijk beoogd ieder geschil dat verband houdt met de managementovereenkomst te beslechten middels arbitrage.
De vordering van Century Shipping en Bakkah Shipping is gegrond op de stelling dat North Sea Tankers niet mocht verrekenen. De vordering van North Sea Tankers, en daarmee ook de vordering van Century Shipping en Bakkah Shipping in het onderhavige kort geding, hangt naar voorlopig oordeel dusdanig nauw samen met de managementovereenkomst, dat het arbitrage beding toepasselijk is. De verrekening, waarvan Century Shipping en Bakkah Shipping de rechtsgeldigheid betwisten, wordt immers gebaseerd op de verplichtingen van Century Shipping en Bakkah Shipping op grond van de managementovereenkomst.
4.5.
De stelling van Century Shipping en Bakkah Shipping dat Bakkah Shipping met de cessie wel de rechten verkreeg voortvloeiend uit de managementovereenkomst, maar daarmee niet de verplichtingen op zich heeft genomen, doet aan het voorgaande niet af.
Dat is verrekend met vermogen, waarvan Century Shipping en Bakkah Shipping stellen dat het van Bakkah Shipping is, kan er niet toe leiden dat North Sea Tankers geen beroep meer toekomt op de arbitrageclausule.
Overigens begrijpt de voorzieningenrechter dat ook Bakkah Shipping thans door de cessie geacht kan worden partij te zijn bij de managementovereenkomst, zodat Century Shipping en Bakkah Shipping in deze context beide als de wederpartij van North Sea Tankers bij de managementovereenkomst kunnen worden aangemerkt. Ook om die reden geldt dat voorshands aangenomen moet worden dat het arbitragebeding ook tussen North Sea Tankers en Bakkah Shipping van toepassing is.
4.6.
Voor zover is aangevoerd dat de vordering gebaseerd kan worden op artikel 31 EEX-Verordening (oud) respectievelijk artikel 35 herschikte EEX-Verordening (1215/2012) geldt dat geen sprake is van een voorlopige maatregel in de zin van dit artikel, alleen al omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat in het kader van een procedure als onderhavige gegarandeerd moet zijn dat een toe te wijzen bedrag aan North Sea Tankers wordt terugbetaald indien zij in de bodemprocedure in het gelijk wordt gesteld. Van de afgifte van een dergelijke garantie is in dit geschil niet gebleken. Ook langs de weg van artikel 31 EEX-Verordening (oud) respectievelijk artikel 35 herschikte EEX-Verordening (1215/2012) komt de voorzieningenrechter derhalve geen bevoegdheid toe.
4.7.
Century Shipping en Bakkah Shipping hebben nog aangevoerd dat de voorzieningenrechter in deze wel bevoegd zou zijn, gelet op zijn bevoegdheid om het beslag op te heffen. Die stelling kan eisers niet baten, nu niet (meer) in geding is of het beslag dient te worden opgeheven. Thans is alleen de vraag nog of North Sea Tankers al dan niet terecht kan verrekenen. Die vraag dient door arbiters te worden beantwoord.
4.8.
Op grond van het voorgaande zal de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaren kennis te nemen van de vordering van Century Shipping en Bakkah Shipping.
4.9.
Century Shipping en Bakkah Shipping zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van North Sea Tankers en Ocsic worden veroordeeld. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de proceskostenveroordeling ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De kosten aan de zijde van Ocsis worden begroot op nihil. De kosten aan de zijde van North Sea Tankers worden begroot op:
- griffierecht € 1.909,00
- salaris advocaat €
816,00
Totaal € 2.725,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het geschil;
5.2.
veroordeelt Century Shipping en Bakkah Shipping in de kosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van Ocsis begroot op nihil en aan de zijde van North Sea Tankers begroot op € 2.725,00;
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2015.
1634/676