Uitspraak
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
BEWEZENVERKLARING
25 november2014 tot en met 26 november 2014 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen,
BEWIJSMOTIVERING
STRAFBAARHEID FEITEN
1 primair Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
2. Medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en te bevorderen, voorwerpen en vervoermiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
BEWIJSVERWEER
STRAFBAARHEID VERDACHTE
STRAFMOTIVERING
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
vierenvijftig (54) maanden;
geldboete van € 5.980,=(vijfduizend negenhonderd tachtig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door 64 dagen hechtenis.