Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Eiseres,gevestigd te Spijkenisse,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderde de stichting, eiseres, schadevergoeding van de gedaagden, die sinds 1985 een woning huren van eiseres. De aanleiding voor de vordering was een noodsituatie waarbij gedaagde sub 2, die lijdt aan ernstig overgewicht, met spoed uit de woning moest worden gehaald door ambulancepersoneel. De brandweer heeft, op verzoek van de ambulanceverpleegkundigen, de voorgevel en balustrade van de woning verwijderd om gedaagde sub 2 te kunnen evacueren. Eiseres heeft de kosten van herstel van de schade, die in totaal € 11.522,50 bedroeg, op gedaagden verhaald, stellende dat zij aansprakelijk waren voor de schade op grond van de huurovereenkomst en de wet.
Gedaagden voerden verweer en stelden dat de schade niet aan hen kon worden toegerekend, omdat de noodsituatie niet aan hun schuld te wijten was. De kantonrechter oordeelde dat gedaagden, op basis van artikel 7:219 BW, aansprakelijk waren voor de gedragingen van de hulpdiensten, omdat deze in opdracht van gedaagden handelden. De rechter concludeerde dat het verwijderen van de voorgevel en balustrade een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde, en dat gedaagden niet konden aantonen dat deze tekortkoming hen niet kon worden toegerekend.
De kantonrechter wees de vordering van eiseres toe en oordeelde dat de schade die was ontstaan door het verwijderen van de voorgevel en balustrade voor rekening van gedaagden kwam. De rechter stelde vast dat gedaagden in redelijkheid hadden moeten voorzien dat er problemen zouden ontstaan bij het vervoeren van gedaagde sub 2, gezien haar gewicht. De vordering tot schadevergoeding werd toegewezen, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid. Gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten.