ECLI:NL:RBROT:2015:1797

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 maart 2015
Publicatiedatum
17 maart 2015
Zaaknummer
10/680640-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Recidivisme en belaging met gevangenisstraf en klinische behandeling

Op 17 maart 2015 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van een slachtoffer. De verdachte, geboren in 1966 en preventief gedetineerd in de PI Grave, heeft in de periode van 27 augustus 2014 tot en met 18 november 2014 en van 21 november 2014 tot en met 29 december 2014, stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Dit deed hij door het versturen van bedreigende en beledigende sms-berichten, het maken van ongewenste telefoontjes en het zich opdringen aan het slachtoffer en haar bekenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte recidivist is, aangezien hij eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, ook ten aanzien van hetzelfde slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contact- en locatieverbod, een behandelverplichting en reclasseringstoezicht. De rechtbank heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden bevolen, gezien het risico op herhaling. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar geacht, mede door psychische problemen, en zal klinisch behandeld worden na zijn detentie. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam PROMIS

Team straf 3
Parketnummer: 10/680640-14
Datum uitspraak: 17 maart 2015
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres en woonplaats],
preventief gedetineerd in de PI Grave (HvB unit A + B) te Grave,
raadsman mr. H.W.F. Klarenaar, advocaat te Dordrecht.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 maart 2015.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. K. van Diemen heeft gevorderd:
- bewezenverklaring van het onder 1. en 2. ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarden een contact- en locatieverbod, een behandelverplichting en reclasseringstoezicht, met bevel dat deze voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1. en 2. ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 27 augustus 2014 tot en met 18 november
2014
te Papendrecht, in elk gevalin Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer],
in elk geval van een ander,met het
oogmerk die [slachtoffer]
, in elk geval die anderte dwingen iets te doen,
niet te
doen,te dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft hij, verdachte, op verschillende data in voormelde periode (onder
meer):
- veelvuldig
, althans meermalen, (onder meer
seksueelgetinte en
/ofbeledigende
en
/ofbedreigende
)sms-berichten verstuurd
/verzondennaar die [slachtoffer] en
/of
(aldus
)die [slachtoffer] onder meer de woorden toegevoegd:
"daarom neuk ik
jouzonder condoom. En natuurlijk omdat ik jou goed en puur
wil voelen" en
/of"Ik wil een baby van jou, wil dat je de moeder van mijn
kind wordt, ik betaal jouw 15000 euro, laten we een deal sluiten" en
/of
"Vuile vieze teringhoerr, lig je weer met een ander te neuken, de hoeveelste
kerel is dit van de week, he kanker slet. Gooi hem er nu uit en ik ga jou
een keer op afstand kapot schieten, wacht maar af, eerst ga ik jou aan de
schandpaal hangen. Iedereen zal het weten, hoerrrr!! Gooi hem er nu uit als
je leven je lief is, nu!!!! en
/of"Ik zie dat hij er nog is, gooi hem
onmiddelijkeruit, je neukt met vele jongens tegelijk, niemand weet dat van
elkaar, overdag savonds en snachts, sloerie dat je daar rondloopt. Geloof
me dat alles uitkomt en dat je er niet meer bent. Gooi hem eruit. Zelfs je
kinderen komen alles over jou te weten wat voor lage hoer hun moeder is."
- veelvuldig
, althans meermalen,telefonisch contact gezocht met die [slachtoffer]
en
/of
- zich
(meermalen
)(op hinderlijke wijze) heeft opgehouden in de directe
omgeving van de woning van die [slachtoffer] en
/of
- één of meermalen op de intercom bel gedrukt en/of
- één of meer brieven verzonden naar die [slachtoffer] en/of naar bekenden van die

[slachtoffer] (onder meer de heer [getuige 1])

- zich
(meermalen
)(op hinderlijke en/of intimiderende wijze) opgedrongen aan
één of meerflatbewoner(s) en/ofbekenden van die [slachtoffer] (
onder meerde heer
[getuige 1] en
/ofde heer [getuige 2]) en
/of
- die [slachtoffer] (meermalen) hinderlijk gevolgd en
/ofzich (daarbij) (meermalen)
(op hinderlijke en/of intimiderende wijze) opgedrongen aan die [slachtoffer];
2.
hij in
of omstreeksde periode van
van21 november 2014 tot en met 29 december
2014 te Grave,
in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer],
in elk geval van een ander,met het
oogmerk die [slachtoffer]
, in elk geval die anderte dwingen iets
te doen, niet te
doen,te dulden
en/of vrees aan te jagen,
immers heeft hij, verdachte, op verschillende data in voormelde periode,
vanuit de
PenitentiaireInrichting, HvB Grave
(onder meer)
veelvuldig
, althans meermalen,naar de mobiele telefoon van die [slachtoffer] gebeld
en
/of (vervolgens)één
of meervoicemailbericht
(en)ingesproken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Taalfouten die in de tenlastelegging voorkwamen en onterechte wijzigingen die in het ten laste gelegde citaat voorkwamen, zijn in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen en de voor de bewezenverklaring redengevende inhoud daarvan zijn weergegeven in de aan dit vonnis gehechte bijlage II. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
De rechtbank is van oordeel dat het door de verdediging gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van de ten laste gelegde feiten wordt weersproken door de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van die bewijsmiddelen te twijfelen.
STRAFBAARHEID FEITEN
De bewezen feiten leveren op:

1.

BELAGING

2.

BELAGING.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
STRAFMOTIVERING EN MOTIVERING MAATREGELEN
De straf en maatregelen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft binnen een periode van vier maanden het slachtoffer stelselmatig lastiggevallen. Hij stuurde haar veelvuldig seksueel getinte, beledigende en bedreigende sms-berichten en zocht veelvuldig telefonisch contact met het slachtoffer. De verdachte heeft het slachtoffer meerdere malen gevolgd en zich hinderlijk en intimiderend aan haar opgedrongen. Daarnaast drong de verdachte zich op bij bekenden van het slachtoffer. Zelfs nadat de verdachte was aangehouden en in detentie verbleef, heeft hij het slachtoffer nog veelvuldig gebeld en een voicemailbericht ingesproken.
De verdachte heeft door zijn handelwijze een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Hij heeft ervoor gekozen zich in de nabijheid van het slachtoffer en haar bekenden te begeven en (telefonische) contactmogelijkheden te scheppen, wetende dat hem dat stress en problemen geeft, zonder zich te bekommeren om de gevolgen voor het slachtoffer. De ervaring leert dat slachtoffers van stalking daarvan nog lange tijd psychisch nadelige gevolgen kunnen ondervinden.
De rechtbank rekent het de verdachte in het bijzonder aan dat hij eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, onder meer ten aanzien van hetzelfde slachtoffer en dat hij vrijwel direct na zijn vorige detentie is begonnen met het opnieuw lastigvallen van het slachtoffer. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte ter terechtzitting nauwelijks inzicht heeft getoond in het verwerpelijke van zijn handelen en de impact van deze handelingen op het slachtoffer en haar directe omgeving.
Gelet op het vorenstaande en de straffen die in de regel voor soortgelijke feiten worden opgelegd, is een forse vrijheidsstraf gerechtvaardigd.
De psychiater L. Beverloo en de psycholoog P.E. Geurkink hebben gerapporteerd omtrent de verdachte. Hun rapportages houden onder meer in dat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van het syndroom van Gilles de la Tourette en een obsessief-compulsieve stoornis. Daarnaast is er sprake van misbruik van alcohol. Door alle spanningen die de situatie voor de verdachte met zich brengt, nemen zijn psychische klachten als dwanggedachten en tics alleen maar toe. Hij zit als het ware in een vicieuze cirkel, die alleen goed kan worden doorbroken als zijn psychiatrische pathologie wordt gestabiliseerd en behandeld. Beide deskundigen adviseren om de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. Geadviseerd wordt om de verdachte in de vorm van een bijzondere voorwaarde, aansluitend aan zijn detentieperiode, voor een behandeling te laten opnemen in een kliniek.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog worden gedragen door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht.
Reclassering Nederland heeft op 26 februari 2015 een rapport over de verdachte uitgebracht. Dit rapport houdt onder meer in dat het advies van beide deskundigen om de verdachte in de vorm van een bijzondere voorwaarde voor behandeling te laten opnemen in een kliniek, wordt onderschreven. Geadviseerd wordt aan te sluiten bij een eerdere veroordeling, waarbij een klinische opname is opgelegd. Deze veroordeling is nog niet ten uitvoer gelegd.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard bereid te zijn mee te werken aan de door de deskundigen geadviseerde klinische opname voor behandeling van zijn problematiek.
Hierin vindt de rechtbank aanleiding om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich klinisch zal laten opnemen, zodra er plaats is in de hierna te noemen instelling, of een soortgelijke instelling. Dit alles onder toezicht van de reclassering. Het voorwaardelijk strafdeel is groot en de proeftijd van drie jaar langer dan gebruikelijk, omdat de rechtbank gelet op de ernst en het zich herhalende karakter van de feiten een forse stok achter de deur voor langere tijd noodzakelijk acht. Indien de verdachte de bijzondere voorwaarde schendt of opnieuw een strafbaar feit pleegt, moet het de rechter die daarover dan heeft te oordelen, in het belang van slachtoffer en/of samenleving mogelijk worden gemaakt om de verdachte voor geruime tijd te detineren.
De rechtbank ziet geen ruimte om te bepalen dat de verdachte, na zijn detentie en in afwachting van de klinische opname, ter overbrugging zal worden opgenomen in een andere instelling dan de te noemen of soortgelijke instelling. De rapportages van de deskundigen bieden daarvoor onvoldoende houvast. De rechtbank gaat er vanuit dat de officier van justitie zich zal inspannen om ervoor te zorgen dat de klinische opname direct aansluit op het einde van de detentie van de verdachte.
De officier van justitie heeft gevorderd een contact- en locatieverbod op te leggen in de vorm van bijzondere voorwaarden, met bevel dat deze voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn. Het contactverbod zou moeten gelden ten aanzien van het slachtoffer, haar familie en een aantal personen in de directe omgeving van het slachtoffer.
Gelet op het door de deskundigen bevonden herhalingsgevaar, dat wordt onderschreven door de rechtbank, is een contactverbod ten aanzien van het slachtoffer en haar kinderen zeker op zijn plaats. Hetzelfde geldt voor een locatieverbod ten aanzien van de woning van het slachtoffer. De rechtbank ziet onvoldoende aanknopingspunten in het dossier voor een contactverbod ten aanzien van de andere door de officier van justitie genoemde personen, temeer daar die personen geen aangifte hebben gedaan tegen de verdachte. Ook de door de officier van justitie gevorderde dadelijke uitvoerbaarheid wordt door de rechtbank noodzakelijk en passend geacht.
Artikel 14e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht biedt in casu echter geen mogelijkheid om de dadelijke uitvoerbaarheid te bevelen, indien het contact- en locatieverbod in de vorm van een bijzondere voorwaarde worden opgelegd. Van de bewezen verklaarde feiten kan immers niet worden gezegd dat zij gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Hoe belastend, bedreigend en intimiderend de gebeurtenissen voor het slachtoffer ook zijn geweest, niet kan worden gezegd dat deze haar lichamelijk hebben aangetast of fysiek gevaar hebben opgeleverd. Bovendien rapporteert de psycholoog P.E. Geurkink dat er geen aanwijzingen zijn voor een agressieve escalatie.
Gelet op de aard van de bewezen verklaarde feiten en verdachtes ziekte en houding ten opzichte van het slachtoffer zal de rechtbank, ter voorkoming van strafbare feiten, het noodzakelijk geachte contact- en locatieverbod daarom opleggen in de vorm van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid. In deze vorm is de dadelijke uitvoerbaarheid, namelijk op de voet van artikel 38v, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, wel mogelijk, omdat wordt voldaan aan het vereiste dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens het slachtoffer of haar kinderen. De rechtbank sluit hierbij aan bij de vaststelling van de psychiater L. Beverloo dat de kans op herhaling aanzienlijk moet worden geacht en van de psycholoog P.E. Geurkink dat die kans op korte termijn hoog is te noemen. De rechtbank wijst er uitdrukkelijk op dat het contactverbod, overeenkomstig de wetsgeschiedenis, ook geldt wanneer verdachte is gedetineerd, alsmede wanneer hij klinisch is opgenomen.
Door de verdediging is verzocht om de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen, met ingang van het tijdstip waarop er plaats is in de kliniek “De Kijvelanden” om daar klinisch te worden opgenomen. De rechtbank is van oordeel, nu omtrent de datum van opname niets bekend is, dat thans niet aannemelijk is dat de verdachte op dit moment een persoonlijk belang heeft om de voorlopige hechtenis te schorsen. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
Alles afwegend worden de hierna te noemen straf en maatregelen passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 38v, 38w, 57, 63 en 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaren, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
- de veroordeelde zal zich voor behandeling van zijn problematiek klinisch laten opnemen in de BoumanGGZ, locatie forensische verslavingskliniek De Kijvelanden, of een soortgelijke instelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die de veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, gedurende een periode van 12 (twaalf) maanden of zoveel korter als de (geneesheer-)directeur van die instelling verantwoord vindt;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legtde veroordeelde
op maatregelen strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 (twee) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich niet op te houden in een straal van tien meter rond het flatgebouw waarin de woning aan de [adres slachtoffer] is gelegen, gedurende 2 (twee) jaren na heden;
2. zich te onthouden van direct of indirect contact met mevrouw [slachtoffer] en haar kinderen, gedurende 2 (twee) jarenna heden,
met bevel dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregelen voldoet,
vervangende hechteniszal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregelen wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van
2 (twee) weken, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;

met bevel dat de maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn;

wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. Verweij, voorzitter,
en mr. drs. D.L. Spierings en mr. F. van Laanen, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 maart 2015.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I bij vonnis van [verdachte]:
TEKST TENLASTELEGGING.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2014 tot en met 18 november
2014 te Papendrecht, in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het
oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te
doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft hij, verdachte, op verschillende data in voormelde periode (onder
meer):
- veelvuldig, althans meermalen, (onder meer
seksueelgetinte en/of beledigende
en/of bedreigende) sms-berichten verstuurd/verzonden naar die [slachtoffer] en/of
(aldus) die [slachtoffer] onder meer de woorden toegevoegd:
"daarom neuk ik
jouzonder condoom. En natuurlijk omdat ik jou goed en puur
wil voelen" en/of "Ik wil een baby van jou, wil dat je de moeder van mijn
kind wordt, ik betaal jouw 15000 euro, laten we een deal sluiten" en/of
"Vuile vieze teringhoerr, lig je weer met een ander te neuken, de hoeveelste
kerel is dit van de week, he kanker slet. Gooi hem er nu uit en ik ga jou
een keer op afstand kapot schieten, wacht maar af, eerst ga ik jou aan de
schandpaal hangen. Iedereen zal het weten, hoerrrr!! Gooi hem er nu uit als
je leven je lief is, nu!!!! en/of "Ik zie dat hij er nog is, gooi hem
onmiddelijkeruit, je neukt met vele jongens tegelijk, niemand weet dat van
elkaar, overdag savonds en snachts, sloerie dat je daar rondloopt. Geloof
me dat alles uitkomt en dat je er niet meer bent. Gooi hem eruit. Zelfs je
kinderen komen alles over jou te weten wat voor lage hoer hun moeder is."
- veelvuldig, althans meermalen, telefonisch contact gezocht met die [slachtoffer]
en/of
- zich (meermalen) (op hinderlijke wijze) heeft opgehouden in de directe
omgeving van de woning van die [slachtoffer] en/of
- één of meermalen op de intercom bel gedrukt en/of
- één of meer brieven verzonden naar die [slachtoffer] en/of naar bekenden van die
[slachtoffer] (onder meer de heer [getuige 1])
- zich (meermalen) (op hinderlijke en/of intimiderende wijze) opgedrongen aan
één of meer
flatbewoner(s) en/of bekenden van die [slachtoffer] (onder meer de heer
[getuige 1] en/of de heer [getuige 2]) en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) hinderlijk gevolgd en/of zich (daarbij) (meermalen)
(op hinderlijke en/of intimiderende wijze) opgedrongen aan die [slachtoffer];
2.
hij in of omstreeks de periode van van 21 november 2014 tot en met 29 december
2014 te Grave, in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het
oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te
doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft hij, verdachte, op verschillende data in voormelde periode,
vanuit de
PenitentiaireInrichting, HvB Grave (onder meer)
veelvuldig, althans meermalen, naar de mobiele telefoon van die [slachtoffer] gebeld
en/of (vervolgens) één of meer voicemailbericht(en) ingesproken;