ECLI:NL:RBROT:2015:1594
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking uitwonendenbeurs studiefinanciering en woonsituatie eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de intrekking van de uitwonendenbeurs voor studiefinanciering van eiseres. Eiseres, die een HBO-opleiding volgde aan de Hogeschool Rotterdam, ontving vanaf 1 april 2012 een basisbeurs en een aanvullende beurs. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder, heeft op basis van een controle op 2 december 2013 geconcludeerd dat eiseres niet op het gemeentelijke basisadres woonde. Dit leidde tot de herziening van haar studiefinanciering en de omzetting van een bedrag van € 4.626,48 aan te veel ontvangen studiefinanciering in een schuld. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder.
Tijdens de zitting op 3 februari 2015 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. Eiseres betwistte de bevindingen van de controleurs en stelde dat zij wel degelijk op het gba-adres woonde. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres niet op het gba-adres woonde. De rechtbank baseerde haar oordeel op de inconsistenties in de verklaringen van eiseres en de hoofdbewoonster van het adres, alsook op de bevindingen van de controleurs. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden en de verklaringen niet voldoende bewijs boden voor het standpunt van eiseres.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.