In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, hebben de besloten vennootschappen Condor Property Consultants Benelux B.V. en Condor Property Developers B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Condor c.s.) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in reconventie ook vorderingen heeft ingediend. De rechtbank heeft op 28 januari 2015 vonnis gewezen in een geschil over de financiële afwikkeling van een ontbonden vennootschap en de stuiting van verjaring. De eiseressen vorderden betaling van een bedrag van € 178.500,00, vermeerderd met wettelijke rente, terwijl de gedaagde partij zich verweerde met een beroep op misbruik van identiteitsverschil en verzocht om het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De rechtbank oordeelde dat de verjaring rechtsgeldig was gestuit door meerdere sommaties aan de gedaagde, en dat de vordering tot betaling aan Condor Benelux voor toewijzing gereed lag. De rechtbank wees echter het verzoek van de gedaagde om het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren toe, gezien het restitutierisico dat bestond. In reconventie werd de vordering van de gedaagde tot betaling van € 80.310,79 aan Condor Developers toegewezen, terwijl andere reconventionele vorderingen werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.