ECLI:NL:RBROT:2015:10178
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van annuleringskosten door verzekeraar OHRA aan reisorganisatie ERCO na annulering van een vliegreis
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 17 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap OHRA SCHADEVERZEKERINGEN N.V. (hierna: OHRA) en de besloten vennootschap ERCO B.V. (hierna: ERCO). OHRA vorderde van ERCO een bedrag van € 3.589,52, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van annuleringskosten die zijn ontstaan na de annulering van een vliegreis door de heer [T.], verzekeringnemer van OHRA. OHRA had de annuleringskosten aan de heer [T.] vergoed en vorderde nu het bedrag terug van ERCO, die de reis had geboekt.
Het procesverloop omvatte verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding, schriftelijke verweren en een comparitie van partijen. ERCO had aanvankelijk betwist dat zij iets aan OHRA verschuldigd was, maar erkende later de vordering, met uitzondering van een bedrag van € 100,- aan onkosten voor het 'refunden' van de tickets. De kantonrechter oordeelde dat ERCO de vordering van OHRA erkende en wees deze toe, inclusief de gevorderde wettelijke rente.
De kantonrechter veroordeelde ERCO tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde de proceskosten vast op € 543,52 aan verschotten en € 400,- aan salaris voor de gemachtigde van OHRA. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het méér of anders gevorderde werd afgewezen.