In deze zaak, die op 6 november 2015 door de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, gaat het om een aanrijding tussen twee voertuigen, waarbij de eiser in de hoofdzaak, bestuurder van een blauwe Mercedes, schadevergoeding vordert van Allianz Benelux N.V., de verzekeraar van de andere bestuurder, die een zwarte BMW bestuurde. De eiser stelt dat er op 31 mei 2011 een authentiek ongeval heeft plaatsgevonden, waarbij hij en de andere bestuurder als getuigen zijn gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verklaringen van beide bestuurders in essentie overeenkomen en dat er voldoende bewijs is geleverd dat de aanrijding authentiek was. De kantonrechter oordeelt dat Allianz en de andere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van de eiser, die in totaal € 10.636,37 bedraagt, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast wordt Allianz veroordeeld om de gegevens van de eiser uit de incidentenregisters te verwijderen en een dwangsom te betalen bij overtreding van deze verplichting. In de reconventionele vordering van Allianz tegen de eiser wordt deze afgewezen, en Allianz wordt veroordeeld in de proceskosten. De rechter heeft de vorderingen in de vrijwaringszaak eveneens toegewezen, waarbij Allianz als in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de rechter heeft het vonnis uitgesproken in een openbare zitting.