ECLI:NL:RBROT:2014:9912
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Bergen
- J.H. de Wildt
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de halfwezenuitkering en de rechtsgeldigheid van het onderscheid tussen nabestaanden en verzorgers
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de beëindiging van de halfwezenuitkering van eiseres, die geen nabestaande is in de zin van de Algemene nabestaandenwet (Anw). De wetgeving is per 1 juli 2013 gewijzigd, waardoor de halfwezenuitkering is geïntegreerd in de nabestaandenuitkering. Eiseres betwistte de beëindiging van haar halfwezenuitkering en stelde dat het onderscheid tussen nabestaanden die zorg dragen voor een thuiswonend kind en verzorgers van een halfwees in strijd is met internationaal recht, met name artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het EVRM. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen recht had op een (hoge) nabestaandenuitkering, omdat zij geen nabestaande is volgens de Anw. De rechtbank concludeerde dat de wetgever met de wijziging van de Anw een legitiem doel nastreefde en dat de beëindiging van de halfwezenuitkering niet in strijd was met het EVRM. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat de inbreuk op haar eigendomsrecht gerechtvaardigd was, aangezien deze bij wet was voorzien en een legitieme doelstelling diende. De rechtbank wees ook op de overgangsregeling die was ingesteld voor de betrokkenen.