ECLI:NL:RBROT:2014:9646

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 november 2014
Publicatiedatum
27 november 2014
Zaaknummer
10/692135-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte voor openlijk geweld tegen lexaanwand in Stadion Feijenoord

In de zaak tegen de verdachte, die op 20 april 2014 in het Feijenoordstadion openlijk geweld zou hebben gepleegd tegen een lexaanwand, heeft de rechtbank Rotterdam op 19 november 2014 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de videobeelden bestudeerd en kon de vermeende geweldshandelingen niet waarnemen. De verbalisant had in zijn proces-verbaal beschreven dat de verdachte samen met anderen aan de lexaanwand hing en deze wand naar zich toe en van zich af bewoog, wat zou hebben geleid tot schade aan de wand. Echter, de rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren.

De officier van justitie, mr. M.E. Woudman, had gerekwireerd tot een veroordeling, maar de rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen ander bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het geweld. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. V. Mul, en de rechters D.C. van Reekum en J. van den Bos. De uitspraak vond plaats in tegenwoordigheid van griffier mr. W.A.J.A. Welten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar het gebrek aan bewijs voor de tenlastelegging.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/692135-14
Datum uitspraak: 19 november 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres:
[adres],
raadsman mr. C.J.J. Visser, advocaat te Amsterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 12 november 2014.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. M.E. Woudman heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een gebieds- en stadionverbod met daaraan gekoppeld een meldplicht geldend tot 1 juli 2016 en dadelijk uitvoerbaar;
- als bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijke gevangenisstraf het binnen twee maanden na onherroepelijk worden van het vonnis betalen van een bedrag van € 3.400,-- aan AFC Ajax.
MOTIVERING VRIJSPRAAK
Niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan dien te worden vrijgesproken. Op basis van de stukken in het dossier en het verhandelde ter zitting kan niet worden vastgesteld dat de verdachte geweld heeft gepleegd tegen een lexaanwand. Hoewel de verbalisant in zijn proces-verbaal van bevindingen met nummer 1405151123.AMB heeft beschreven dat op de videobeelden te zien is dat de verdachte samen met anderen aan een scheidingswand hangt en daarbij deze wand naar zich toe en van zich af beweegt, waardoor de wand afbrak, heeft de rechtbank, na bestudering van de videobeelden, deze geweldshandelingen niet kunnen waarnemen. Nu ook overig bewijs ontbreekt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde, zal hij daarvan worden vrijgesproken.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V. Mul, voorzitter,
en mrs. D.C. van Reekum en J. van den Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. W.A.J.A. Welten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 november 2014.

Bijlage bij vonnis van 19 november 2014.

TEKST TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 20 april 2014 te Rotterdam op een voor het publiek
toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten
in het Feijenoordstadion (‘De Kuip’),
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een lexaanwand, welk geweld
bestond uit het (meermalen) (gaan) hangen aan die lexaanwand en/of (met
kracht) heen en weer bewegen van die lexaanwand;
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht