Uitspraak
KANTONRECHTER ROTTERDAM
SCHEIDEGGER OPLEIDINGEN NEDERLAND B.V.,
gemachtigde: mr. P.L.J.M. Guinée,
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 8 mei 2014, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
2.Het geschil2.1 Scheidegger vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van [gedaagde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling van € 914,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf € 726,00 vanaf 7 maart 2014, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
- aan buitengerechtelijke kosten is [gedaagde] conform de aanbevelingen in het Rapport Voorwerk II een bedrag van € 150,00 (excl. BTW) verschuldigd.
3. De beoordeling van de vordering3.1 Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat er helemaal geen overeenkomst tot stand is gekomen.
- voorletters
- roepnaam
- adres
- e-mailadres
- telefoonnummers
- onder het kopje ‘Eerste optie’: als ‘Variant’ “Dag”, als ‘Plaats’ “Rotterdam” en als datum van het ‘Eerste event’ “28-2-2012”
- onder het kopje ‘2e keuze’: als ‘Variant’ “Zaterdag”, als ‘Plaats’ “Rotterdam” en als datum van het ‘Eerste event’ “3-3-2012”.
3.5 Voor de totstandkoming van een overeenkomst, waaronder een overeenkomst die langs elektronische weg tot stand moet worden gebracht, zijn een aanbod en vervolgens een aanvaarding van dat aanbod vereist; zie artikel 6:217 lid 1 BW. Partijen twisten over de vraag of in de onderhavige zaak voldaan is aan dit voor de totstandkoming van overeenkomsten elementaire wettelijke voorschrift. [gedaagde] is namelijk van mening dat de invulling van het aanmeldingsformulier via internet niet als een aanvaarding van een aanbod kan worden aangemerkt maar slechts als het doen van een uitnodiging aan Scheidegger voor het doen van een concreet aanbod. Daartoe wijst zij op de inhoud van het inschrijfformulier, waarin immers volgens haar nog een keuzeoptie voor wat betreft de aanvangsdatum van de opleiding is opgenomen, te weten 28 februari 2012 dan wel 3 maart 2012. Voorts wijst [gedaagde] in dit verband op de omstandigheid dat op het inschrijfformulier niets is vermeld omtrent prijzen en/of overige cursus-/opleidingsvoorwaarden.
De verbintenissen die partijen op zich nemen, moeten bepaalbaar zijn) is een uitnodiging om in onderhandeling te treden en geen aanbod.