Uitspraak
- het verzoekschrift, met bijlagen, ontvangen op 23 april 2014 dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen voor zover komt vast te staan dat het op 16 april 2014 gegeven ontslag op staande voet nietig is;
- het verweerschrift, met bijlagen;
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling overgelegde pleitaantekeningen;
- de door elk van partijen nog overgelegde producties.
2.De feiten
De verzekeringsgeneeskundige van het UWV heeft op 25 april 2014 geoordeeld dat [verweerder] op deze datum alsmede op 11 maart 2014 niet in staat was zijn eigen werk te doen en dat [verweerder]
“lijdt aan een objectiveerbare medische aandoening en als zodanig een plausibele claimklacht heeft waaruit beperkingen ten aanzien van arbeid voortvloeien. Zijn psychische beperkingen zijn thans zodanig dat hij (nog) niet in staat is zijn maatgevende werk te verrichten. Op de geschildatum 11 maart 2014 was hij evenmin in staat zijn eigen werk te doen. Er is een onbalans tussen belasting en belastbaarheid. Het psychische ziektebeeld is op zich redelijk mild maar de belasting van de functie is toch te zwaar voor zijn psychische belastbaarheid en hiermee niet in evenwicht. Er bestaat geen discrepantie tussen de beleving van betrokkene en het resultaat van het onderzoek.”.
non-actief gesteld. Aan bedoelde brief wordt het volgende ontleend:
“(…) Het bestuur van stichting OCB heeft besloten u per direct, donderdag 13 maart 2014 09:30 uur tot nader order op non-actief te stellen en wel om de volgende redenen:Het bestuur heeft u op 7 februari 2014, op 4 maart 2014 en in de laatste brief van 10 maart 2014 verzocht om uiterlijk 13 maart 2014 voor 09:00 uur inzage te geven in de financiën van stichting OCB. Hierbij is gevraagd om de volgende zaken:- een overzicht van de crediteuren per 1 januari 2014 en het verloop van de crediteuren vanaf 1 januari 2014 tot op heden;- een overzicht van de debiteuren per 1 januari 2014 en het verloop van debiteuren vanaf 1 januari 2014 tot op heden;- alsmede een overzicht van de rekeningsaldi van betaal- en spaarrekeningen per 1 januari 2014 en het verloop daarvan tot op heden.Omdat u vandaag 13 maart 2014 09:00 uur niet aan dit verzoek heeft voldaan, bent u met onmiddellijke ingang met behoud van loon op non-actief gesteld.
“(…) OCB kan uit de feitelijke bevindingen en uw stilzwijgen daarover niet anders concluderen dan dat u zonder voorafgaande kennisgeving aan, laat staan toestemming van OCB (en nog voordat de begroting voor 2014 rond was):
dat hij bevoegd was om uit hoofde van zijn functie als directeur dergelijke handelingen c.q. gedragingen te verrichten. OCB heeft ter mondelinge behandeling het verweer van [verweerder] uitvoerig gemotiveerd en met een groot aantal stukken weersproken. Vooralsnog kan niet met een aan waarschijnlijkheid grenzende zekerheid[bedoeld is: met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid]
worden geconcludeerd dat in een eventuele bodemprocedure de bodemrechter tot het oordeel komt dat het ontslag op staande voet geen stand zal houden. Bewijslevering is noodzakelijk, maar daar leent deze procedure zich niet voor.”.
3.Het verzoek en de grondslag daarvan
en de arbeidsovereenkomst tussen partijen dus niet geëindigd is, verzoekt OCB de
arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, primair op grond van dringende redenen en subsidiair op grond van een verandering in de omstandigheden.
4.Het verweer
Hij verwijst naar het deskundigenoordeel van 28 april 2014 (rechtsoverweging 2.3).
De bedrijfsarts heeft aangegeven dat oordeel te volgen en OCB heeft geen second opinion aangevraagd. Ontbinding is prematuur.
zij betroffen de hele handelwijze van [verweerder] en hebben dus te gelden als een
“fishing-expedition”. Een uitkomst van die onderzoeken geeft OCB echter niet.
het geval is. Hij heeft eerder in 2013 een andere huurovereenkomst gesloten.
Bovendien is hier nooit een schriftelijke huurovereenkomst door partijen ondertekend.
Er zijn ook niet op maandelijkse basis nota’s door OCB ontvangen die zijn te herleiden
tot de verhuurder. Er is nooit sprake geweest van verhuur. De ruimte is nooit gebruikt.
[verweerder] heeft de boekhouder slechts willen informeren over een mogelijke
claim.
OCB aan [reclamebedrijf]. [verweerder] had [reclamebedrijf] aangeboden haar uit privé middelen te betalen, hetgeen uiteindelijk niet nodig bleek te zijn. [reclamebedrijf] heeft de dubbele betaling teruggestort;
5.De beoordeling
“en verricht daartoe alle benodigde werkzaamheden”- ruimte lijkt te bieden voor het zelfstandig aangaan van dit soort transacties.
6.De beslissing
- stelt OCB in de gelegenheid het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op donderdag 14 augustus 2014 te 12.00 uur ter griffie te ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan de wederpartij;
- veroordeelt in dat geval OCB in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] vastgesteld op € 1.500,00 aan salaris voor de gemachtigde;
- ontbindt - uitsluitend voor geval dat later tussen partijen onaantastbaar komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst nog voortduurt na 16 april 2014 - deze overeenkomst met ingang van 1 september 2014;
- kent in dat geval aan verweerder [verweerder] ten laste van OCB een vergoeding toe ten bedrage van € 36.500,00 bruto en veroordeelt OCB deze aan [verweerder] te betalen nadat voormelde voorwaarde is vervuld;
- bepaalt dat elk der partijen de eigen kosten van deze procedure draagt.